Skopje-Athene

We verlaten rond 9 uur Skopje richting Griekenland. De autosnelweg wordt een aantal keer onderbroken en we vorderen niet al te snel. Ondertussen hebben we ons Macedonische Denars aangeschaft. Je kan de autotol ook in Euro betalen, maar dan rekenen ze 50% bij . Voor 1 Euro heb ca. 60 Denar. Iets voor de Griekse grens tanken we vol met de resterende Denars : de Diesel kost hier 55 Denar (93 eurocent) de liter. Het is hier nog goedkoper dan in Luxemburg. De grensformaliteiten lopen gezwind en we bollen Griekenland binnen. We zijn wel een beetje ongerust over de sociale toestand in het land.

Op de Griekse autowegen worden we enkele decennia terug gekatapulteerd. De autosnelwegen zijn over het algemeen goed onderhouden, maar we rijden echt alleen. Van de grens over Thessaloniki, Larissa en Lamia bereiken we Athene. We betalen welgeteld 30,70 Euro tol, maar moeten daar 12 keer voor stoppen. Dat is ongeveer één keer om de 30 Km. Maar we verliezen amper tijd : ik denk dat geen enkele Griek nog een betalende snelweg neemt.

We bereiken vlot onze bestemming in hartje Athene : even uitpakken, de auto stallen in een ondergrondse garage en we zijn klaar voor 3 dagen Athene. Ons appartement kost ons 210 Euro voor  drie nachten en ligt  tussen het Syntagma-plein en Monastiraki, dus pal in het centrum.

Op onze eerste avond bezoeken we het Syntagma-plein waar  voor- en tegenstanders van Tsipras gezapig en zonder enige vorm van agressie protesteren. Het lijkt eerder een Vlaamse Kermis.

De tweede dag wordt een zware dag : we zullen de Akropolis beklimmen en bezoeken. Een ticket om de belangrijkste monumenten te bezoeken in Athene kost 12 Euro per persoon. Daarvoor heb je toegang tot een zevental toeristische sites.

Maar eerst de Akropolis. Het is een zware en hete tocht tot boven. Onderweg passeren we het Theater van Dionyssos en het Herodeion (foto).

Via een steile en gladde trap betreden we de berg. Voor ons doemt het Parthenon (foto) op .Een groot deel ervan staat in de steigers, maar toch blijft het gebouw indrukwekkend.

We wandelen langs het Erechteion naar het einde van de berg, waar we een prachtig uitzicht over Athene en de Agora hebben. Na een drankstop dalen we af richting de Oude Agora.

De Agora is ook prachtig om zien. Vooral de Stoa ven Attalos (foto) en de tempel van Hephaistos (foto) zijn een staaltje van de Oudgriekse bouwkunst.

Na een namiddagje zweten is het genoeg geweest : in de buurt Monastiraki smaakt een ijskoude cola heerlijk.

De derde dag van ons verblijf gaan we de buurt rond en achter het parlement (foto) verkennen.

We zakken eerst naar het zuiden af tot bij de boog van Hadrianos en de tempel van Zeus (foto).

Daarna trekken we naar het Panathinaikon Stadion (foto). Zo zag het eerste Olympisch stadion eruit. Het was in U-vorm gebouwd en de piste was veel langer en smaller. We verpozen even op de zo goed als lege tribunes.

We zetten onze weg verder naar het Presidentieel Paleis. Daar hebben we geluk want de aflossing van de wacht is bezig. De, met pompommetjes op hun schoenen, soldaten(foto)  geven een show in traag marcheren. Het is echt de moeite waard om te blijven kijken.

Zo zit ons verblijf in Athene er op. Morgen zetten we onze tocht verder.

Vrdnik – Skopje

We verlaten rond 9 uur ’s morgens Vrdnik. Belgrado laten we links liggen wegens al eens bezocht. De autosnelweg ligt er op zijn Belgisch bij : niet slecht maar ook niet bijzonder goed. We passeren Nis en zonder problemen de Servisch-Macedonische grens. In gans Servie betaalden we 1.400 RSD autowegentol, ca. 12 euro. Nog een tip : vergeet je groene verzekeringskaart niet. Deze wordt al eens aan een grensovergang gevraagd.

We naderen ons volgende doel, Skopje, de hoofdstad van ons zesde land : Macedonie. We kunnen onze autowegentol met euro’s betalen, maar in MKD ( Macedonische Dinar ) is het wel goedkoper. De tol bedraagt 3 euro.

Bij het binnenrijden van Skopje valt de GPS uit : hij vindt geen enkele straat meer. Groot probleem want met dat Cyrillisch schrift is het zeer moeilijk om je weg te vinden. Na een uurtje rondrijden en het opbellen van onze gastheer ( die ons komt oppikken ), bereiken we ons appartement in de Leninova straat. Het is er zeer luxueus :   60 m² met airco, vaat- en wasmachine. We betalen hier 90 euro voor twee nachten. Luxury Apartments ligt vlak tegen het toeristisch centrum.

Bezoek Skopje

Na een wandeling van 10 minuten staan we op het grote centrale  plein van de stad. Aan het beeld van Aleksander de Grote  begint onze eigenlijke  wandeling. Overal op het plein staan verschillende standbeelden van nationale helden, maar het imposantste is dat van Aleksander. We wandelen richting de rivier, de Vardar. We passeren de Brug van het Oog (foto).

Deze leidt naar het Archeologisch Museum. De volgende Brug is deze van de Kunst (foto),

waar 26 verschillende kunsten worden uitgebeeld.We steken via deze brug de Vardar over en komen in het oudste stadsdeel terecht.

In het oude stadsdeel bezoeken we de Bazaar met zijn vele juwelenwinkeltjes en moskeeën. Bovenaan staat de Mustapha Pasha Moskee (foto),

 deze toornt boven de stad uit.Ook het fort Kale is een omweg waard. We dalen terug af en steken de Kamen Most (foto) of Stenen Brug over met zijn 13 bogen.

  We belanden terug op het Grote Plein waar we even een terrasje doen. Ondertussen is het donker geworden en baadt Aleksander de Grote in het licht (foto).

 Op de klanken van klassieke muziek danst de fontein en neemt de verlichting van het standbeeld alle kleuren van de regenboog aan.

De volgende dag lassen we een rustpauze in en bezoeken alleen het moderne zuidelijke deel van het Grote Plein. Het eerste monument op ons tochtje is de Porta Makedonia , een triomfboog. Zo belanden we in het Zena Park, waar weer verschillende beelden onze aandacht trekken (foto).

 We maken nog een omwegje naar het Moeder Theresa Herinneringshuis : heel de stad, waar Moeder Theresa geboren is, hangt vol uitspraken van haar.

Skopje moet je gezien hebben : alles ligt zeer dicht bij elkaar, het is er proper en de mensen zijn vriendelijk. Voor we afscheid nemen van deze prachtige stad brengen we nog een bezoekje aan het Parlement, waar de oppositie een tentenkamp heeft ingericht om de premier tot opstappen te verplichten. Het gaat er gemoedelijk aan toe. Misschien spelen de hitte en het feit dat ze er al 52 dagen kamperen wel een rol.

P.S.:boven de stad toornt het Milennium Cross (foto) : je kan er met een kabelbaan naartoe, maar ook de hitte   ( 38°C ) speelt ons parten.

Bad Schallerbach – Vrdnik

In de ‘stralende’ regen vertrokken : zo’n morgendouche kan toch deugd doen na een zwoele nacht.

We rijden richting Wenen, waar de smog regeert. Vanaf Wenen keert de azuurblauwe lucht weer.  De temperatuur klimt gezapig op tot 35°C in de buurt van Budapest. Onderweg schaffen we ons een 10-dagen autosnelwegvignet aan voor 12,50 euro. ’t Is te zeggen we kopen er twee aan, los van elkaar : we hadden weer eens zeer goed overlegd Lachen.

In de buurt van Tatabanya (Hongarije) vinden we een schaduwrijke piknicktafel en het vakantiegevoel is er nu helemaal.

De grensformaliteiten tussen Hongarije en Servië duren een eeuwigheid : onze file heeft een vrouwelijke douanier en we zullen het geweten hebben. Terwijl de rijen wagens links en rechts van ons  verder schuiven , blijft de onze stilstaan. Er staan hooguit 10 wagens voor ons en toch slaagt ze erin ons een halfuur aan het lijntje te houden. Uiteindelijk rijden we het vijfde land van onze trip binnen.

De snelweg Szeged-Novi Sad ligt er erbarmelijk bij : we slalommen tussen de gaten in het wegdek. Ze durven ook nog 3 euro tolgeld vragen voor dit karrenspoor.

Over Novi Sad is alles snel gezegd : een industriestad gelegen aan de Donau.De blauwe Donau contrasteert fel met het grijze industriegebied. Wegens wegenwerken, en ook een beetje wegens te warm, schrappen we het bezoek aan Petrovaradin fort .

Na een oplopende, smalle èn slechte weg arriveren we in het ‘gat’ Vrdnik. Een piepklein dorpje. We overnachten er in Apartments Izvor, waar we ontvangen worden door een uiterst vriendelijke gastvrouw. We betalen welgeteld 25 euro voor een appartement met 1 slaapkamer, een kleine en nette badkamer en een ruime living met kitchenette.

Waanrode – Bad Schallerbach

Eindelijk kunnen Marina en ik beginnen aan onze Balkantrip. We zijn wel een beetje ongerust over de toestand in Griekenland. Of de Grieken nu Nai of Oxi stemmen, is niet zo belangrijk. Dat voor – en tegenstanders maar niet in de clinch gaan met elkaar wanneer wij in Athene verblijven, vinden we belangrijker.

Rond de middag kregen we een flinke plens regen over ons in de buurt van Keulen. Het was er slechts 19°C.

Twee uurtjes later, rond Nurnberg, is de temperatuur meer dan verdubbeld tot een leuke 39°C.

Voor de rest verliep de eerste dag van onze trip zonder noemenswaardige gebeurtenissen. Vlot verkeer : alleen bij de tientallen ‘ Baustelles ‘ in werf Duitsland moeten we regelmatig vertragen. Hoe lang gaan die Duitsers nog werken aan hun autosnelwegen ? Drie jaar geleden heb ik dit probleem ook al aangehaald.

Na de aankoop van een snelwegvignet van 8,50 euro rijden we Oostenrijk binnen. Rond 18 uur komen we aan in  het rustige stadje Bad Schallerbach, in de buurt van Linz. We verblijven er in Wohlfühlappartements en betalen er 75 euro voor een overnachting.

Bezoekje aan Tarragona

Tarragona, werelderfgoedNa een nachtje slaap en een ontbijt in hotel FLORA PARK in Castelldefels, vertrekken we rond 10u richting Tarragona. Wanneer we over de A7 rijden, zien we aan onze linkerzijde een oude stadsmuur oprijzen. Voordien hadden we al een bord gezien met reclame waarop Tarragona aangeprezen werd als historisch werelderfgoed.

Mijn dochter Jelka en ikzelf besluiten een kort bezoekje te brengen aan de oude stad.

Na wat geklungel aan de parkeerautomaat, kunnen we eindelijk de tocht door het oude stadscentrum aanvangen. We nemen, om tijd te sparen, niet de moeite om een stadsplan op te halen in het toeristisch bureau. Dit laatste ligt nochtans vlak aan de historische ingangspoort, maar er staat een kleine file.

We duiken onder de ingangspoort door, het oude centrum in. We nemen links een smal straatje waar de paaltjes en de muren vol staan met graffiti. Langzaamaan verdwalen we in de binnenstad tot er plots een monumentale trap voor ons opduikt waarachter de gevel van een kerk prijkt. We gaan er een kijkje nemen : inkom 5 euro, 4 euro voor studenten na vertoon van je studentenkaart. Het complex omvat de kathedraal, het klooster en het diocesane museum van Tarragona.

We komen binnen in een monumentaal binnenschip van de kathedraal. De kathedraal bevat een dertigtal kapellen gewijd aan verschillende heiligen. We lopen ook door de sacristie, langs het enorme gouden tabernakel en door het museum met zijn gouden en zilveren monstransen en kelken.  Ook een enorm wandtapijt kleurt het museum en  kazuifels sieren het geheel op.

Het nec plus ultra is de mooie groene kloostertuin. We genieten onder een boom van deze groene oase in deze drukke stad. Het bezoek eindigt in het oudste Romeinse deel van de site.

Na ons bezoek aan dit oude stadsdeel, moeten we op zoek naar onze auto. Vermits we geen stadskaart hebben, vergt dit toch wat van ons oriëntatievermogen. Dus mensen, indien je besluit om een bezoekje aan het oude Tarragona te brengen : neem de moeite om een gratis stadsplannetje  op te halen.

Van Debrecen over Budapest naar Praag

We vertrekken de morgen van 3 augustus uit Debrecen. De temperatuur loopt al op tot 34 graden wanneer we rond de middag onze vakantiebestemming bereiken. Vlug uitladen en naar het vliegveld Liszt Ferenc om Sil, Jessica, Senne en Finn te gaan ophalen. Ze verblijven samen met ons in een villa met zwembad in Budakalasz, even buiten Budapest. Het wordt vooral zonnen, zwemmen en met de kleinkinderen ravotten. Bij 40 graden is dat het enige wat je kan uitvoeren.

Dinsdag 6 augustus, tegen de avond, wagen we ons aan een uitstapje naar het stadscentrum. We nemen het treintje naar het hogergelegen Buda, waar we een prachtig uitzicht hebben over de rest van Budapest. De prachtige Donau vloeit aan onze voeten en het Parlement prijkt aan de overkant. Maar zweten dat we doen : het is nog steeds 40 graden. Senne vond het treintje natuurlijk leuk.

Donderdag 8 augustus bezoek ik samen met Jelka en Marina het Milenniumplein, de typische warme baden en de Vaydahunyad-burcht. Na een uurtje houden we het voor bekeken : we staan bijna te koken op het Milenniumplein. Terug in de auto blijkt het 42 graden te zijn en het is al bijna 18 uur. We halen ons een lekkere pizza en koelen af in het zwembad.

Zaterdagmorgen brengen we Sil en zijn familie terug naar de luchthaven en rijden over Györ, Bratislava en Brno tot Praag. We logeren er in ‘ Any Day Appartment ‘. Het ligt vlak in het centrum van Praag. Nu we er toch nog eens zijn, willen we hetgeen we vorige keer niet kunnen bezoeken hebben, toch een kans geven ons te verbazen.

We wandelen via het Wenceslas-plein naar het oude Gemeentehuis en zo, door de verkeersvrije straatjes van de binnenstad, tot aan het oude Stadsplein. Plots komt iedereen daar in beweging, er steekt een felle wind op en het begint hard te regenen. We proberen een ticket voor de metro te bemachtigen, maar de loketten zijn gesloten en we hebben niet genoeg kleingeld voor de automaten. Ook een taxi nemen is onmogelijk : ze zijn allemaal reeds volzet. Dan maar te voet terug. Drijfnat komen we in ons hotel aan. Na een warme douche is het euvel reeds vergeten en even later liggen we in dromenland.

Morgen, 11 augustus, rijden we tot in Darmstadt, waar we overnachten. Om dan een dag later eindelijk terug thuis te komen. Onze vakantie zit er op.

Van Boekarest naar Debrecen

Het was deze morgen zwoel in Boekarest bij ons vertrek. De GPS leidde ons voor de eerste keer feilloos de stad uit richting Ploiesti. We kregen een voortreffelijke snelweg onder de wielen geschoven. Ook voorbij Ploiesti richting Brasov viel het verkeer en de vierbaansweg reuze mee. We reden door dorpjes die regelrecht uit de Dracula-films leken te komen. Rond Brasov leefde immers graaf Tepes Vlad, beter gekend als Dracula. De kleurrijke huizen met mooie houten loggias en torentjes deden ons de nog lange reis, die voor de boeg lag, voor even vergeten.

Plots begon de miserie : in elk dorp stond er een ellenlange file en we vorderden zeer langzaam. We besloten een andere reisweg te zoeken en sloegen even voor Brasov af naar Sibiu. Een perfecte rijweg deed ons goed opschieten. We kregen zelfs terug een stukje autosnelweg voorgeschoteld dat nog niet op de kaart was aangeduid.

Mijn vrouw Marina kreeg dan het lumineuze idee van nogmaals af te wijken van de vooropgestelde rijweg en de kortste weg te nemen over Sebes en Deva naar Oradea. Het werd een echte verschrikking. We vorderden amper tegen 50 Km/uur. Niet door het drukke verkeer maar door de barslechte toestand van de wegen. Het rijden werd een echt computerspelletje : zo weinig mogelijk in putten rijden. Het bleek een onmogelijke opdracht. Op de 175 Km over dit trajekt heb ik tenminste 10.000 putten gezien en gevoeld. Stel je de slechtste weg in je buurt voor en vermenigvuldig dat met 100 en je komt in de buurt van de toestand van de Roemeense weg. Of was het Romeinse heirbaan ? Rond Brad kregen we zelfs een onvervalst stuk ‘Bos van Wallers’ uit Parijs-Roubaix voorgeschoteld. Maar dan veel erger : stuur hier renners over en ze sneuvelen ALLEMAAL. Wij reden bijna 20 minuten over dit stukje kassei van 2 Km.

De keerzijde van de medaille was dat we een stukje authentiek Roemenie te zien kregen : Vlaanderen uit de jaren ’40 en ’50. Echte hooimijten met de hand gemaakt. Mensen die met hun koe of hun 3 geiten op wandel zijn. Ezelskarren volgepropt met hooi. Zwerfhonden langs de straten, sommigen dood langs de weg : gesneuvelden van het zware vrachtverkeer.

We bereikten eindelijk Oradea en even later de Roemeens-Hongaarse grens. Nog een uurtje door de poesta en we bereikten onze bestemming in een dorpje in de buurt van Debrecen : Hajduszoboszlo. We logeren in een appartement in het drukke stadje en verorberen rond 10 uur ’s avonds een zeer lekkere pizza.

Van Albena aan de Zwarte Zee tot Boekarest

Nadat we gisteren een ware hoosbui trotseerden en zelfs even waren vastgereden aan ons vakantiehuis, vertrokken we deze middag richting Roemenie en Boekarest.

In Varna ergerde ik me weer dood aan de wegwijzers in Cyrillisch schrift en het steeds maar wisselen van kleur om de snelweg aan te duiden. Enfin, na een klein halfuurtje te hebben gevloekt en rondgetoerd, kwamen we eindelijk op de snelweg richting Sumen terecht. We hadden ons geen snelwegvignet aangeschaft : niet uit onwil, we vonden er nergens één. We speelden dan maar illegale wegpiraat en waren blij in Sumen de snelweg te moeten verlaten zonder boete.

Onze weg leidde dan noordwaarts langs de weg nummer 2 tot Ruse. Bleek dat we ook op deze nationale weg een vignet nodig hadden. We hebben nog 110 Km gezweet en bereikten zonder kleerscheuren ( lees: boete ) de Bulgaars-Roemeense grens. Daar stonden we plots voor een barreel met erboven ‘ controle van het vignet ‘. Lap, daar had je het dan, dachten we. Met klamme handjes aangeschoven, raam open gedraaid, 4 leva meneer ( ca 2 euro ), bleek het om een vignet te gaan om de Donau over te steken naar Roemenie, oef.

We reden gezwind over de 4-baans weg tot Boekarest en bereikten eens zonder moeilijkheden ons appartement Hemingway in het centrum. We besloten de stad in te lopen voor een klein bezoekje aan de voornaamste monumenten in de buurt. Wegens het zwoele, onweerachtige weer werd het een korte tocht langs het imposante Volkspaleis, de Cercul Militar, het Plein van de Revolutie met zijn partijgebouw van de Communistische Partij en het Koninklijk Paleis, dan verder langs het Ateneul Roman en het mooie Universiteitsplein. We liepen nog even de wandelstraten van de Lipiscaner-buurt in en eindigden onze tocht aan het Roemeens Nulpunt : vanaf hier worden alle afstanden tussen de Roemeense steden gemeten.

Volkspaleis

Onze nachtrust hadden we zeker verdiend vandaag.

Van Sofia tot Albena aan de Zwarte Zee

Gisteren bezochten we te voet Sofia. We vertrokken aan ons hotel aan het Centrale Park met het Cultuurpaleis en bezochten :

– de bekende Aleksander Nevski-herdenkingskerk met zijn gouden koepels en orthodoxe interieur

– langs de prachtige Russische kerk bereikten we de Assemblee ( parlement eigenlijk ) waar een betoging tegen de  geldgraaiers van de regering liep. Er stond een tentenkamp vlak voor de Assemblee.

– we trokken voorbij het presidentieel paleis ( Presidentsvo ) met  recht er tegenover het Communistische Partijhuis

– enkele meters verder zien we het Sveta Sofia-monument en de Sveti Georgirotonde, het kleinste en oudste kerkje van Sofia

– het bewijs dat Sofia een multiculturele stad is bewijzen ons de volgende monument : de Banya Bashi-moskee met 100 meter verder de Sofia Synagoge en weer 100 meter verder de Svetla Nedelya kerk en daar tussenin de hogergenoemde Sveti Georgirotonde. Vier verschillende godsdiensten op een steenworp van elkaar.

– we bezochten nog het prachtige Nationaal Theater met zijn romantische fontein en het Slaveykovplein met zijn boekenmarkt

Moe van het stappen, besloten we eens een Mac Donald te doen. En het smaakte na een weekje zonder frieten.

Deze morgen vertrokken we om 10 uur plaatselijke tijd oostwaarts richting Plovdiv, dat in een enorme vlakte gelegen is. We hadden autostrade tot in de buurt van Sliven. Wat ze hier autostrade noemen natuurlijk. Je mag wel 140 Km rijden, maar als je dat riskeert dan kom je alleen met uw 4 wielen aan de andere zijde van Bulgarije aan. De rest ben je onderweg kwijtgespeeld door de duizenden grote en kleine gaten in de weg. De vachtwagenbestuurders rijden tientallen Km op de pechstrook om de putten te vermijden. Wij rijden, als het kan tenminste, op het tweede rijvak waar de putten minder diep zijn en dan nog tegen 110 Km maximum.

Vanaf Sliven moeten we noordwaarts over secundaire wegen, die meestal beter onderhouden zijn dan de te betalen snelwegen. We rijden door dorpjes waar de tijd lijkt stilgevallen te zijn in onze jaren ’60. In elk dorp lopen paarden over de weg of ze staan met een lang touw vastgebonden op de dorpspleinen. Loslopende honden zijn geen zeldzaamheid en boeren met paard en kar of ezel en kar kleuren het straatbeeld. Vele oogsten worden nog met de hand binnengehaald en terwijl we stonden te picknicken langs een nationale weg, passeerde er zelden of raar een auto.

Vanaf Sumen hadden we terug autostrade en begon het rammelen van de auto opnieuw. Zo bereikten we Varna en de Zwarte Zee. Nog enkele kilometers noordwaarts en we waren op onze bestemming : Albena. Hier huren we een prachtige villa met zicht op de Zwarte Zee en de satd Balsjik. Alleen de weg, niet breder dan een karrenspoor en met gaten tot een halve meter diep, naar de villa is een hele belevenis. Tegen 5 Km/u leggen we de laatste honderden meters af. Oef we zijn er en nu 14 dagen genieten.

Van Belgrado tot Sofia

Na wat zoeken eindelijk rond 11 uur uit Belgrado geraakt richting Nis. Alle mogelijke nationaliteiten zoeven voorbij. De Servische Politie doet nochtans zijn best om de snelheidsduivels het leven zuur te maken. Eenmaal is zelfs, na een flitscontrole, de ganse snelweg afgezet om de overtreders hun boetes te laten betalen. Na Nis is het afgelopen met de autosnelweg en moeten we verder langs een gewone baan. Deze slingert de eerste kilometers door een mooie Gorges. Rond de middag bereiken we de Servisch-Bulgaarse grens. Het aanschuiven kan weer beginnen en een half uurtje later staan we in Bulgarije. We wisselen wat euro’s om in leva’s en kopen een snelwegvignet geldig voor 1 week ( 10 euro ). Daarna zetten we onze reis verder tot Sofia. We hebben weer problemen met de GPS en moeten een tijdje zoeken eer we onze bestemming bereiken. We logeren in een appartement in de buurt van het centrale park. Bij onze aankomst blijkt er juist voor het appartement ingebroken te zijn in een auto. Mooie start. Ik besluit onze auto onder te brengen in een te betalen parkeergarage onder het centrale park : het zal ons 32 leva kosten voor 2 dagen, ongeveer 16 euro. We komen ook in een andere tijdzone terecht en moeten er 1 uur bijtellen. De temperatuur is bij aankomst 29 C. Morgen bezoeken we het centrum van Sofia.