Nadat we gisteren een ware hoosbui trotseerden en zelfs even waren vastgereden aan ons vakantiehuis, vertrokken we deze middag richting Roemenie en Boekarest.
In Varna ergerde ik me weer dood aan de wegwijzers in Cyrillisch schrift en het steeds maar wisselen van kleur om de snelweg aan te duiden. Enfin, na een klein halfuurtje te hebben gevloekt en rondgetoerd, kwamen we eindelijk op de snelweg richting Sumen terecht. We hadden ons geen snelwegvignet aangeschaft : niet uit onwil, we vonden er nergens één. We speelden dan maar illegale wegpiraat en waren blij in Sumen de snelweg te moeten verlaten zonder boete.
Onze weg leidde dan noordwaarts langs de weg nummer 2 tot Ruse. Bleek dat we ook op deze nationale weg een vignet nodig hadden. We hebben nog 110 Km gezweet en bereikten zonder kleerscheuren ( lees: boete ) de Bulgaars-Roemeense grens. Daar stonden we plots voor een barreel met erboven ‘ controle van het vignet ‘. Lap, daar had je het dan, dachten we. Met klamme handjes aangeschoven, raam open gedraaid, 4 leva meneer ( ca 2 euro ), bleek het om een vignet te gaan om de Donau over te steken naar Roemenie, oef.
We reden gezwind over de 4-baans weg tot Boekarest en bereikten eens zonder moeilijkheden ons appartement Hemingway in het centrum. We besloten de stad in te lopen voor een klein bezoekje aan de voornaamste monumenten in de buurt. Wegens het zwoele, onweerachtige weer werd het een korte tocht langs het imposante Volkspaleis, de Cercul Militar, het Plein van de Revolutie met zijn partijgebouw van de Communistische Partij en het Koninklijk Paleis, dan verder langs het Ateneul Roman en het mooie Universiteitsplein. We liepen nog even de wandelstraten van de Lipiscaner-buurt in en eindigden onze tocht aan het Roemeens Nulpunt : vanaf hier worden alle afstanden tussen de Roemeense steden gemeten.
Volkspaleis
Onze nachtrust hadden we zeker verdiend vandaag.