Gisteravond bij een wandeling door het middeleeuwse Bergerac heb ik de beslissing genomen om te stoppen. Al 10 dagen doet mijn linkerknie pijn en de laatste 2 dagen zwol ze ’s avonds op. De pijn was niet meer te harden ondanks ijsbehandelingen, Brufen slikken en Flexiumgel smeren. Ook het weer valt enorm tegen : voor de volgende 5 dagen gaven ze regen en dat deed de emmer overlopen.
Ik ben enorm teleurgesteld en hoop in de toekomst hier in Bergerac te herstarten en de tocht verder te zetten.
De voorlopige balans : 12 ritten samen goed voor 1.107 Km en 9.310 hoogtemeters.
We zetten nu koers richting Spanje. Iemand (Marina) is er zeer blij mee. Ze was die regen en kou zo beu als koude pap.
Ik eindig met een foto van Cyrano de Bergerac die in het begin van de 17de eeuw een werk schreef over reizen, maar dan door de lucht. Toen ook een onmogelijke opdracht. En bedankt aan de volgers.
Reisweg : Notre-Dame de Sanilhac, Eglise-Neuve de Verght, Verght, Clermont de Beuaregard, Lamonzie-Montastruc (picknick), Bergerac.
De eerste 10 Km krijg ik serieuze kuitenbijters op mijn boterham. Drie keer moet ik een helling op van ca. 1 Km aan 9%. Daarna is het business as usual : rustige wegen door het groen. De tocht gaat verder door de Périgord gekend om zijn foie gras en zijn truffels. Soms kom ik toch rare verkeersborden tegen (foto).
Na 40 Km, picknicken we te Lamonzie-Montastruc in de schaduw van een kasteel (foto).
De zon is maar matig van de partij, de wind des te meer. Naarmate ik Bergerac nader neemt ook het verkeer toe en is het minder leuk fietsen. We vonden weer geen deftige overnachtingsplaats verderop en waren genoodzaakt er een kort tochtje van te maken. Uiteindelijk wordt het ‘Europ Hotel’ in Bergerac : een mooie kamer maar geen kookmogelijkheid. Het wordt dus Macdonaldsen vandaag : ‘hoe vettiger, hoe prettiger’ zeg maar. Omdat we al rond 15 uur ter plaatse zijn, kan Marina nog een fietstocht maken in de buurt.
Reisweg : Dournasac, Mialet, Thiviers (picknick), Sorges, Les Piles, Perigueux.
Deze morgen schijnt het zonnetje en vermits er een mooi terras (foto) voor onze kamer prijkt, besluiten we om tot de middag te blijven en te genieten van de zon.
Na mijn vertrek te Chalus kom ik, in het dorp zelf, een compagnon de route tegen, maar dan te voet (foto).
De ganse dag geniet ik van de groene Perigord met zijn vele bossen en poelen, maar ook met zijn stevige beklimmingen.
We picknicken even voorbij Thiviers en moeten deze keer eens niet opbreken omdat het begint te regenen. Maria kan zelfs haar trui in de auto laten liggen.
Daarna rijd ik als op een tobogan, op en neer, op een lange rechte baan richting Perigueux. We overnachten er in een appartement in een klein steegje (foto) in de schaduw van de kathedraal (foto). De kathedraal is tevens een belangrijke tussenstop op de Sint-Jacobsroute voor wandelaars.
Het wordt steeds moeilijker om een degelijke slaapplaats te vinden op voldoende kilometers. Vandaar deze korte trip vandaag.
Reisweg : Sornin Leulac, Chateauponsac, Roussac, Saint-Jouvert, Nieul, Bellegarde-Limoges (picknick), Aixe sur Vienne, Flavignac, Les Cars, Chalus.
Ons nachtverblijf was niet al te best : tamelijk vuil (vettige pannen en ik ben beginnen stoppen met tellen na 25 spinnen), een niet werkende wifi en dat voor meer dan 100 Euro voor één nacht. We verlaten het pand en ik begin mijn dag met een helling van een vijftal Km aan een gemiddelde van 4 %. De benen lopen direct vol. Het wordt een zware dag met veel hoogtemeters en ook met tegenwind
Het traject vandaag loopt door de Haute Limousin met zijn vele bossen, kabbelende beekjes en zijn weiden met de typische Limousin koeien. Daarin liggen dan vele pittoreske dorpjes en steden verscholen. Nieul met zijn kasteel is één van deze (foto). Maar ook Aixe sur Vienne is een mooi stadje.
Er zijn hier opvallend veel vijvers waar vissers hun hartje ophalen of waarlangs gegoede burgers wonen (foto).
Af en toe miezert het wat en de temperatuur komt niet boven de 20°C. We picknicken wel in dit weer, Marina flink ingeduffeld tegen de kou.
Omdat de wifi gisteren niet werkte, moesten we improviseren om vandaag een slaapplaats te vinden. Zo zijn we in La Thibaudière beland : een BB in Chalus. Het wordt vandaag weer afhaalpizza.
Reisweg : Cluis, Orsennes, Saint-Plantaire, Crozant, Saint-Sébastien (picknick), Azerables, Les Grands Chezeaux, Saint-Sulpice les Feuilles, Arnac la Poste, Saint-Hilaire la Treille, Dompierre les Eglises.
Ik start onder een donkergrijze lucht. In Cluis vind ik een oud vervallen fort op mijn weg (foto). Daarna verlopen de twee eerste uren grijs maar droog. Ik rijd langs kleine dorpjes in het groen en er passeert mij zelden een auto. Zo herken ik het landelijke Frankrijk weer.
Tussen Orsennes en Saint-Plantaire fietst er gedurende een 15-tal Km een man uit La Reunion met een prothese met me mee. Hij had zijn rechteronderbeen verloren bij een auto-ongeval en was zich nu aan het voorbereiden om de Ventoux en enkele alpencols te beklimmen.
Het gaat flink op en neer. Er zitten zelfs pittige beklimmingen tussen zoals deze naar Crozant : waar de weg vanaf de rivier (foto) flink stijgt. Het is er wel prachtig. Boven op de klim, in Saint-Sebastien, besluiten we toch nog eens een picknick te wagen.
De picknick is pas beëindigd en de hemelsluizen gaan open. De laatste twee uren word ik kletsnat. De prachtige omgeving en de stilte zijn een pleister op de wonde en natuurlijk ook de roodbruine Limousin – runderen die me als een ‘brother in arms’ aangapen.
Wanneer ik mijn voeten op de grond zet bij ons logeeradres, piept er een waterzonnetje door de wolken : misschien een droge voorbode voor morgen.
Reisweg : Luzy sur Annon, Sainte Lizaigne, Issoudun, Vouillon (picknick), Ardente, Tranzault, Neuvy Saint Sepulchre.
Nog even een foto van ons toch speciale verblijfplaats (foto) en ik verlaat het middeleeuws stadje aan de Cher, Vierzon (foto), onder een zwaar bewolkte hemel. Dit voorspelt niet veel goeds voor vandaag. Het wordt een dag met maartse buien maar dan in juli. Enkele keren trotseer ik deze al rijdend maar bij een stevige bui zoek ik beschutting onder grote bomen.
De ganse dag fiets ik door ruraal Frankrijk. De monocultuur van een paar dagen geleden maakt wel plaats voor meer diversiteit in het landschap. Tussen Issoudun en Ardente fiets ik soms midden in de zonnebloemvelden (foto). Nu de zon nog.
Onze picknick in Vouillon moeten we, wegens een stevige bui, opbreken en verplaatsen naar een houten bushokje in de buurt van de kerk.
Uiteindelijk arriveren we in Neuvy Saint Sepulchre waar we logeren in een knap gerestaureerd mansion.
Reisweg : Orleans, Jouy-le-Potier (picknick), Neung sur Bevron, Marcilly en Gault, Selles Saint Denis, Chatres sur Cher, Mery sur Cher, Vierzon.
Mijn eerste zware taak van vandaag is heelhuids en zonder verloren te rijden naar het zuiden te rijden dwars door het centrum van Orleans. Ik heb één groot geluk : het is zondag en de drukte valt enorm mee. Na een kwartier steek ik al de Loire (foto) over langs de Pont George V. Vlot vind ik ook de weg richting Jouy-le Potier en zit het moeilijkste erop.
Volgens de meteo staat er regen op het programma. Maar zoveel regen in één keer had ik niet verwacht wanneer ik de gemeente Jouy-le-Potier nader. Wanneer de stortbui losbreekt, passeer ik net aan een grote open kiosk (foto) naast de kerk en kan ik schuilen onder het grote afdak. Even later komt Marina er aangereden en we beslissen om er te picknicken en te wachten tot de plensbui over is en ik mijn weg kan verder zetten.
Daarna vallen er af en toe nog enkele druppels maar niet van die aard dat schuilen nog noodzakelijk is.
Sinds Orleans is het landschap eindelijk wat groener. Bossen, wilde weiden en veel hagen zorgen ervoor dat ik veel minder last heb van de toch felle tegenwind. Ook zie ik veel meertjes van allerlei pluimage.
Ik ben wel tevreden dat ik rond 17u Vierzon bereik waar we overnachten in de buurt van de Cher.
Marina maakt daarop haar fietstochtje en later op de avond maken we een wandeling in de buurt.
Tenslotte maak ik even de balans van de eerste week : het weer evolueerde van zeer mooi en 28 °C naar buiig en 20 °C. Vanaf dag drie sukkel ik met pijn aan mijn linkerknie. Vele ijs-behandelingen later is het euvel nog niet opgelost en hoop ik dat het mij niet verplicht om er vroegtijdig mee te stoppen. Ik fietste al 724 Km (foto) en heb ik 4.827 hoogtemeters verteerd. Ik heb er nog ca. 1.375 te gaan.
Qua schoonheid tellen vandaag alleen de eerste 10 Km. Vooral het kasteel van Maintenon met een aquaduct op de achtergrond is de moeite waard (foto).
Daarna is het saaiheid troef. Veel tegenwind waardoor ik zelfs bij moet trappen bergaf of ik geraak nooit beneden. En daar zijn de graanvelden weer. De Boeren zijn volop aan het maaien en bij het passeren van zo’n pikdorser, hang ik van onder tot boven vol met korenkaf.
’s Middags vinden we een picknickplaatsje op een grasveldje naast de kerk van Germignonville. Marina vindt het al te koud en zoekt haar pull (foto).
Het is mij opgevallen dat in vele dorpskernen, met stenen muren afgebakende, viivers aanwezig zijn (foto van deze in Poupry).
Ik passeer nog langs één van mijn ijkpunten : de molen van Artenay (foto). Vandaar fiets ik dan langs de drukke D2020 tot Saran. Waar we verblijven in het Suite-Home Aparthotel. Net na aankomst begint het hier te regenen : goed getimed zou ik zeggen (of veel geluk ?).
Reisweg : Saint Clère sur Epte, Armenucourt, La Roche Guyon, Bennecourt, Breval, La Chaussèe d’ Ivry, Boncourt (picknick), Nogent le Roi, Villiers le Morhier
Het eerste deel van de rit is ronduit prachtig : kronkelende wegen doorheen de bossen, een prachtig kasteel op een berg en vanaf La Roche Guyon een tochtje langs de Seine. Naast het baantje langs de rivier zijn er helderwitte krijtrotsen (foto) die fel afsteken in de zon. In sommige zijn huizen gevestigd, of winkeltjes( foto).
Na een hele tijd zoeken vinden we toch een geschikt picknickplaatsje onder enkele eenzame bomen en, jawel, tussen de graanvelden die opnieuw overvloedig aanwezig zullen zijn tijdens mijn tocht na de pauze.
Het weer is ineens helemaal omgeslagen. De wind komt nu vanuit het zuiden (dus wind op kop), er komen dreigende wolken opdagen en ik krijg de eerste regenbui over me heen.
We overnachten vandaag in Gîte de la Drouet : een kamertje in een oude gîte aan de rivier de Drouet. Wegens geen keuken aanwezig zal het vandaag meeneem-pizza worden.
Dit is zo’n dag die je snel uit je geheugen wil wissen. De eerste twee uren rijd ik reddeloos verloren. En ken je dat : ik ga dit probleem oplossen zonder een helpdesk in te schakelen (Marina) ? Het zal me meer dan 25 Km extra kosten. Pas in Croissy sur Celle kom ik terecht op mijn vooraf uitgestippelde route na eindeloze omzwervingen in het achterland van Amiens. Van dit deel herinner ik me alleen dat de eindeloze graanvelden al eens onderbroken werden door eentje van maïs en een windmolen (foto).
Rond 14 uur picknicken we samen te Francastel naast een authentieke Michelin richtingaanwijzer (foto) in de schaduw van enkele bomen. Daarna wordt het landschap opmerkelijk veel groener (bossen en weiden) wat het rijden veel aangenamer maakt.
Na Armentières krijg ik de eerste mini-col voorgeschoteld met één haarspeldbocht.
Rond 17 uur komen we aan in Maison Maelys, gelegen in de schaduw van een reusachtige versterkte herenhoeve te Courcelles lès Gisors. De Airco doet ons deugd na de veel te lange rit.