Mühlbach am Hochkönig-Ghedi-Rousset

21 Juli 2017

De komende twee dagen staan de Alpen centraal. Deze morgen was het al blij ontwaken met het zonnetje dat scheen op de Hochkönig. Vanop ons terras doemt de alpenreus langzaam uit de wolken op (foto).

Het is vandaag ook een dag van uitersten. Eerst mooie opklaringen en daarna een zware regenbui waarin de temperatuur daalt tot 13°C.

We nemen de Felbertauernstrasse met bijhorende tunnel ( 11 euro tolgeld). Dit om het drukke verkeer te ontlopen. Enkele kilometers na de tunnel slaan we rechtsaf richting de Staller Sattel (2052 m). Een zeer rustige baan tot we boven op de top een merkwaardig verkeersbord spotten (foto).

Zoals je ziet heb je hier per uur een kwartier groen. Voor het bord staan de parkings vol en keuvelen de mensen rustig met elkaar. We hebben eigenlijk geluk want we moeten maar een kwartier wachten. Bij de afdaling begrijpen we de regel : de baan is zeer smal en erg bochtig.

Boven op de top was het 15°C. Gestaag loopt de temperatuur op. En tegen dat we in de file staan tussen Trento en Brescia is het zowaar 34°C.

Ghedi, waar we vandaag verblijven, ligt 15 Km van Brescia. We komen in een ruim, aircogekoeld appartement terecht. Behoorlijk proper maar nog met stopcontacten van in de tijd van Mussolini vrees ik. Onze stekkers passen er niet op. Het zal behelpen worden.

22 Juli 2017

Vandaag volgen we de Po stroomopwaarts richting Torino. Dit omdat ze in Frankrijk code rood geven en dus veel fileleed voorspellen. We trekken Frankrijk binnen langs de Montgenèvre en dalen af tot Briançon.

In de late namiddag picknicken we met zicht op de Alpen (foto).

Over Sisteron bereiken we Aix-en-Provence, de stad van Paul Cézanne. Alleen door zijn vele fonteinen al een bezoekje waard. Op de foto zie je de beroemdste.

We logeren vandaag in Rousset, 25 Km van Aix-en-Provence, in een aparthotel. Een verouderd vakantiedomein met een appartement waar van ver een vod is doorgesmeten frown.

Voor ik dit reisverslag afsluit, moet er mij toch nog iets van het hart.

De Baltische, Poolse en Tsjechische appartementen waren uitstekend uitgerust en hadden prima internetverbindingen. Ze waren zeer modern, goed onderhouden en op één na, Daugavpils in Letland, zeer netjes.

In Duitsland, Italië en Frankrijk was het internet een ramp : zeer traag en dikwijls geen verbinding. Het was er ook beduidend minder proper en vooral ons Frans verblijf, dat bovendien het duurste van allemaal was, rook niet fris en was nauwelijks gepoetst.

De prijzen lagen in de Westeuropese landen veel hoger terwijl ze veel minder te bieden hadden : geen was- of afwasmachines, kleine TV’s met slechte beeldkwaliteit, geen of weinig poetsmateriaal en vooral vuile afwassponsjes. Zo’n sponsje kost amper enkele centen, graag een nieuw en proper dan.

In het vroegere Oostblok doen de verhuurders nog moeite om hun klanten te plezieren. In het Westen mag je precies al content zijn dat ze je dulden in hun etablissement. Dit viel me ook al op bij onze Balkanreis twee jaar geleden. Toen de verhuurders ook stukken vriendelijker waren op de Balkan.

P.S. : van ons Spaans verblijf morgen in Olot weten we zeker dat het prijs-kwaliteit top is. We verbleven er namelijk al vorig jaar.