Rit 23 : Xativa – Relleu : 106,7 Km Totaal : 2.188,6 Km

Om 10u50 klaar voor de laatste rit van de lange trip naar Relleu.

Gisteren een korte avondwandeling gemaakt door het historische deel van het stadje Xativa (foto).

Al snel stijgt de weg en ben ik zo goed als alleen op de baan. De eerste stevige beklimming brandt prachtige beelden op mijn netvlies o.a. in de buurt van Salem.

Boven op deze eerste col heb ik prachtige vergezichten en zie ik de Embalsa de Beniarrès. Een 10 Km lange afdaling is mijn beloning. Daarna loopt het weer fout en doe ik een onverwachte en niet geplande sigtseeing door Alcoi. Het kost me 15 extra kilometers.

Daarna begint mijn favoriete beklimming richting Port de Tudons, deze vanuit Penaguila (foto).

Na een finale afdaling arriveer ik rond 18u30 in onze second home te Relleu. De onverwachte ontvangst door de medebewoners van Alta Vista doet deugd. Het ontvangstcomité zorgt voor een sensationeel onthaal, een versierd podium wink , een bolletjestrui, een bloemenkrans en echte bloemenmeisjes. Daarna moet ik nog naar de dopingcontrole.

Ik wil langs deze weg iedereen bedanken die mij 23 dagen lang gevolgd, aangemoedigd en gesteund heeft.

Reisweg : Xativa, Genoves, Quatretonda, Llutxent, Terrateig, Montichelvo, Rugat (stop), Castello de Rugat, Salem (picknick), Beniarres, Gaianes, Muro de Alcoi, L’Alqueria, Alcoi (stop), Benifallim (stop), Penaguilla (stop), Aitana (stop), Relleu (grootse ontvangst).

Rit 22 : Paterna – Xativa : 84,5 Km Totaal : 2.082,9 Km

10u 40: de fiets is er helemaal klaar voor, de fietser iets minder. De benen doen al enkele dagen pijn. Maar ik ga er het beste van maken.

Het eerste uur dool ik precies door de haven van Antwerpen. Fabrieken in alle soorten, magazijnen en vooral zeer veel vrachtwagens vullen het decor. Plots, in de buurt van Mislata, moet ik een klein weggetje in en doemt er een groene oase op in het grijze landschap (foto).

Op het menu van vandaag staat er weer veel zoekwerk : hoe rijden, waar mag ik rijden en niet verloren rijden. Ik moet enkele keren een beroep doen op de plaatselijke bevolking om me op het goede pad te houden.

Tot voorbij Picassent overheerst het industriele boven het rurale. Dan toont Spanje zich terug in al zijn glorie. Dat hier al enkele jaren een economische crisis heerst, zie je aan de soms vervallen prachtige gebouwen met Moorse inslag. Het markantste voorbeeld vind ik in Benifaio (foto).

Een picknickplaats in de schaduw vinden is geen sinecure. We vinden er pas één rond 14u.

Ondertussen zie je vanaf Algemesi het vlakke landschap met zijn vele citrusbomen in al zijn schoonheid. In de verte duiken de eerste bergen op, die morgen op het menu staan (foto).

De rit is vandaag minder zwaar en lang dan de vorige dagen. het voelt goed aan. Rond 16u30 bereik ik Xativa, aan de voet van het gebergte. We huren in het oude stadscentrum een prachtig gerenoveerd appartement in een historisch gebouw.

Reisweg : Paterna, Quart de Poblet, Mislata, Aldaia, Alaquas, Torrent, Picassent, Benifaio, Almusaffes, Algemesi (picknick), Alzira, Carcaixent, La Pobla Larga (stop), Manuel, Xativa.

Rit 21 : Cabanes – Paterna : 103,8 Km Totaal : 1.998,4 Km

Om 10u30 verlaat ik het kruipkot waar we de nacht hebben doorgebracht. Door de flinterdunne muren hoorden we het gesnurk en de geluiden uit de badkamers, annex WC’s, van enkele kamers verder.  Marina was helemaal overbeten door een mug en had verzorging nodig wink.

Het is vandaag puzzelen geblazen om de grootsteden Castellon en Valencia te mijden. Het is eerder een zoek- dan een fietstocht. De eerste 20 Km vallen best mee : er ligt een zeer goed onderhouden fietssnelweg. Enig nadeel : hij ligt vlak naast de snelweg A7. Het fietspad zelf leidt me langs dorpjes met prachtige, door platanen omgeven, wegen. La Pobla Tornesa is er een mooi voorbeeld van (foto).

Ook olijfgaarden kruisen mijn pad en zijn dankbare rustplaatsen om even af te koelen (foto).

De zoektocht vandaag bestaat er vooral in de wegen te mijden waar men niet mag fietsen. Zo zijn er wel wat. Alternatieve wegen voor fietsers zijn niet aangegeven. Gisteravond ben ik meer dan 2 uur in de weer geweest om een fietsroute uit te stippelen. Tot in Sagunto verloopt de rit optimaal en ook Puçol haal ik nog.

Vanaf daar loodst Marina me met de GPS door de laatste 20 Km. Ondanks de nabijheid van de grootsteden doorkruis ik mooie dorpjes als Rafelbunyol (foto), Massamagrell e.a. omgeven door citrusbomen.

Wat me ook opvalt vandaag is het feit dat bijna alle gemeentes hun best doen om hun lanen op te fleuren met bloemen. In het bijzonder oleanders.

Om 17u30 bereik ik samen met mijn loods Marina het Wellness Hotel te Paterna, in de buurt van Valencia. Over het hotel ligt een tropische tuin uit het boekje. We huren een groot appartement om nog eens ons eigen kostje te kunnen klaarmaken.

Reisweg : Cabanes, La Pobla Tornesa, Borriol (stop), Borriana, Nules (picknick), Sagunto (stop), Puçol (stop), Rafelbunyol, Massamagrell, Montcada, Paterna.

Rit 20 : Tortosa – Cabanes : 102,4 Km Totaal : 1.894,6 Km

Om 10u30 in hartje Tortosa vertrekkensklaar. Vandaag rijd ik terug door het binnenland, nadat ik eerst nog een verkeersknoop moet ontwarren laughing (foto).

Alles lijkt mee te zitten vandaag, nu ik die temperaturen boven 35°C gewoon  begin te geraken. De omgeving is terug groen en minder druk, de zon verdwijnt regelmatig achter een wolk en de wegen zijn goed berijdbaar.

De dorpjes op mijn weg doen hun best om van hun rotondes wat te maken. Vooral deze van Santa Barbara steekt er bovenuit (foto).

Het contrast met gisteren kan niet groter zijn wanneer ik als een eenzame fietser vecht tegen de wind door het verlaten landschap (foto).

Eén klein smetje op een mooie rit : er staan hier tientallen enorme varkens- en vooral kippenhokken. Mijn reukorgaan wordt fel op de proef gesteld. Gelukkig is mijn boerenneus er tegen bestand undecided.

Om 18u beland ik in het hotel El Raco Navarrete. Het blijkt een houten barak te zijn, gelukkig met een airco en een zeer goede Wifi. Het blijft soms moeilijk om een degelijk onderkomen mèt airco te vinden om de circa 90 Km.

Reisweg : Tortosa, Santa Barbara, La Galera, Sant Joan del Pas, Sant Raphael del Riu ( picknick onder een schaduwrijke plataan), Traiguera, La Jana, Sant Mateu (stop), La Salzadella (stop), Les Coves de Vinroma, Vilanova d’ Alcolea (stop), Cabanes.

Rit 19 : Valls – Tortosa : 111,1 Km Totaal : 1.792,2 Km

Rond 10u30 begin ik er vol vertrouwen aan. Ik heb Marina zelfs de verblijfplaatsen voor de drie laatste dagen laten boeken.

Vanaf Alcover ruik ik af en toe de olieraffinaderijen van Tarragona. Ook andere industriële geurtjes teisteren mijn neus foot-in-mouth.

Ik geraak wel zeer vlot door de stad Reus. Daar staat op het laatste rondpunt een schattig kerkje (foto).

Nog een laatste landelijk stukje tot Cambrills en dan begint de miserie. Om een paar duizend hoogtemeters te vermijden, besluit ik een tachtigtal kilometers langs de N340 te rijden. Die baan is een echte ramp. Gelukkig ligt er een brede pechstrook langs. Deze wordt gebruikt door fietsers. Ik kom er redelijk wat tegen. Gezond is het zeker niet en er is niets te beleven of te zien. Alleen de kleine kerncentrale in Vendellos (foto) is het vermelden waard foot-in-mouth.

Alleen de laatste 15 Km rijd ik op een rustiger weggetje tot Tortosa (foto).

Daar, aan de oevers van de Ebro, eindigt vandaag de helse en waarschijnlijk langste rit. We huren een appartement in het Corona hotel.

Terwijl ik deze tekst opstel, ligt Maria in het zwembad : toch iemand die gelukkig is vandaag cool.

Reisweg : Valls, Alcover, Reus, Cambrills, Montroig (picknick), Miami Platja, Vendellos, L’ Ametlla de Mar (stop), El Perello, L’ Ampolla, L’ Aldea (stop), Tortosa.

Rit 18 : Navarcles – Valls : 100,3 Km Totaal : 1.681,1 Km

Rond 11u verlaat ik het idyllische kader van het klooster. Ik heb zeer goed geslapen en ben klaar voor weer een zware rit.

De stad Manresa geeft geen problemen en ik raak er vlot door. Dankzij google street view, waar ik de route visueel in me opgenomen heb. Manresa is een stad waar dit deel van Spanje een patent op heeft.  Ik stel vast dat ze van het principe zijn : je mag de stad in maar zorg dat je er op je eigen houtje uitkomt. Wegwijzers zetten wij niet.

Na de stad rijd ik weer verkeerd : ik sla een rondpunt te vroeg af en pas na 5 Km klimmen richting Montserrat (foto) zie ik mijn fout in (DOM !).

Nadat Marina me met behulp van de GPS naar de juiste weg heeft geloodst, kan ik al direct aan de volgende beklimming beginnen. Niet zo zwaar als gisteren maar toch pittig.

Na de picknick daal ik af tot de stad  Igualada, waar ik een erg rare kloosterkerk (foto) passeer.

Daarna wordt de weg schilderachtig mooi. Ik ben helemaal alleen op de baan. Slechts twee piepkleine dorpjes doorkruis ik gedurende 40 Km. De weg loopt weer op maar de omgeving neemt de meeste pijn uit de benen weg. De weg kronkelt langs dennenbossen, dorre graanvelden en groene wijngaarden (foto).

Het einde van de rit daalt langs rotspartijen en diepe dalen. Zo bereik ik rond 18 u het hotel Class Valls te Valls. Het hotel is dik oké.

Reisweg : Navarcles, Manresa, Maians, Odena (picknick), Igualada, Santa Margarida de Montbui (stop), Querol (stop), El Pont d’Armentera , El Pla Santa Maria (stop), Valls.

Rit 17 : Olot -Navarcles : 99,1 Km Totaal : 1.580,8 Km

Om 10u40 blijgezind mijn fietstocht verder gezet. De meteo gaf lichtbewolkt weer met een zacht briesje : beiden zijn van dienst.

Na een aanloop van 5 Km wil ik de grote baan naar Vic via de tunnels vermijden en neem de parallelle weg. Zacht oplopend denk ik. Tot op 5,5 Km van de top van de Coll de Bracons (foto) een verkeersbord verschijnt met een stijgingsgraad van 10% tot boven. Heb ik afgezien : juist één uur heb ik er op gezwoegd met rustige vastheid foot-in-mouth. Ik ben wel geen enkele auto tegengekomen, alleen op de top (waarschijnlijk van wandelaars).

Tijdens de afdaling beland ik dan toch op de grote baan met de tunnels. Gelukkig heb ik een pechvestje uit de auto bij om mij beter toonbaar te maken.

Na de picknick in Manlleu aan de Llobregat zet ik mijn tocht verder naar de nogal gore industriestad Vic. Zoals in de meeste steden hier, staan er nauwelijks verkeersborden om de richting aan te geven. Bovendien mag ik met de fiets een door mij uitgezochte weg niet op. Dus plan B. Maar als er iets misgaat gaat er meestal meer mis ( Wet van Murphy). Ik rijd verkeerd en verlies het contact met mijn bezemwagen. Daarom moet ik, om bij te tanken, een verplicht terrasje doen in Santa Eulalia de Riuprimer foto).

Daarna volgt er een tweede stevige helling door het groen. Ondertussen heeft de wind een serieus tandje bijgestoken en wordt hij een echte stofstorm. Mijn ogen geraken vol zand en af en toe valt er een afgerukt takje op mijn helm. Mijn bezemwagen heeft me ondertussen in de buurt van Moia teruggevonden.

De wind blijft hevig waaien, nu zijwaarts. Gelukkig is het vanaf Moia meestal bergaf en arriveer ik rond 18u in Hotel Mon Sant Benet te Navarcles. De kamer met terras en uitzicht op een kloostertuin maakt veel goed (foto).

Reisweg : Olot, Joanetes, Coll de Bracons, Manlleu (picknick), Vic, Santa Eulalia (terras), L’Estany, Moia, Calders (stop), Navarcles.

Rit 16 : Saint Cyprien – Olot : 108,6 Km Totaal : 1.481,7 Km

Na een harde maar pijnlijke massage maak ik me klaar om rond 10u toch het binnenland in te trekken. Het armzalig uitgeruste appartement laat ik graag achter. We betaalden er 141 euro voor één nacht en er werkte niets. De TV deed het nauwelijks, de wifi was nog trager dan traag, er was nauwelijks gepoetst en de buren sliepen precies in onze kamer. Maar genoeg geklaagd.

Na 5 Km laat ik de drukte van de kust voor wat ze is en rijd ik, met zicht op de benevelde Pyreneeën, door het groene binnenland. De temperatuur is deze morgen draaglijk en ik vertoef dikwijls in de schaduw.

Vanaf Le Boulou wordt het zeer druk op de bergovergang naar Le Perthus. Er staat een kilometerslange file die ik rustig voorbijsteek om uiteindelijk Spanje binnen te rijden (foto).

Het blijft druk tot Figueres, waar we onze picknick houden in een park dicht bij het museum gewijd aan Salvador Dali (foto).

Nu wordt het heet op de baan. De temperatuur loopt op tot boven de 40°C. Ik besluit om telkens na 15 Km een cola-pauze in te lassen. Mijn coach staat me uitstekend bij.

Vanaf Besalu wordt het zalig, rustig rijden. Er verschijnen meer bomen in het landschap en prachtige stadjes passeren de revue. Het opvallendste is Castellfollit de la Roca. Het dorp is boven op een steile rots gebouwd (foto).

Na een laatste steile beklimming arriveer ik moe maar tevreden op een zeer ruim, rustig gelegen en koel Verd Natura appartement te Olot.

Mijn Tour de France zit erop !

Reisweg : Elne, Ortaffa, Brouilla, Le Boulou, Le Perthus, La Jonquera (stop), Figueres (picknick), Navata, Queixas(stop), Besalu, Llierca (stop), Castellfollit de la Roca, Sant Joan les Fonts, Olot.

Rit 15 : Conilhac Corbières – Saint Cyprien : 98,5 Km Totaal : 1.373,1 Km

Nadat ik de ketting van de fiets al voor de vierde keer ingespoten heb met olie, mijn fiets verbruikt meer olie dan de auto van Marina frown, stap ik om 10u40 op de fiets. Ik rijd weer naar de kust. Ik blijf met het dilemma zitten : langs de kust of door het binnenland ? Door het hinterland zal ik zeker 2.000 hoogtemeters meer te verwerken krijgen. Langs de kust houdt het gevroem niet op en word ik ziek van de uitlaatgassen. Vanavond moet ik de beslissing nemen.

Buiten de laatste 10 Km gaat het aan een gezapig tempo en bij een aangename temperatuur zijn gangentje langs kronkelende wegen. Na de streek van de Katharen, de Aude, kom ik in de Pyrenées Oriental terecht. Er staan enkele stevige hellingen op het menu en de Mistral is terug op post, in het nadeel (foto).

De wijngaarden worden schaarser en de rotspartijen nemen het over. Picknicken doen we onder één van de Pin Parasol (foto), die ook zeldzaam worden.

Het valt me op dat de straten binnen de dorpen er erbarmelijk bijliggen : een goedkope manier om de snelheid te beperken ? De verbindingswegen daarentegen zijn goed onderhouden. Dit was in heel Frankrijk zo.

Na Salses le Chateau kom ik een vlakte. De wind steekt nog een tandje bij en ik zie af. Ik zie voor het eerst de Middellandse Zee waar kite-surfers hun hart ophalen (foto).

Na een communicatiefout duurt het meer dan een uur eer we mekaar terugvinden aan ons appartement in het vakantiepark Les Demeures Torrelannes te Saint-Cyprien. Eindelijk nog eens onze eigen dagelijkse kost kunnen klaarmaken is een zegen.

Reisweg :Conilhac Corbières, Villerouge le Crémenade, Thézan des Corbières, Durban Corbières, Saint Jean de Barrou, Feuilla, Opoule (picknick), Salses le Chateau,Saint Hypolite, Saint-Laurent (stop), Torreilles, Sainte Marie, Canet en Roussillon (stop), Saint Cyprien.

Rit 14 : Balaruc le Vieux – Conilhac Corbières : 108 Km Totaal : 1.274,6 Km

Zonder de Middellandse Zee gezien te hebben, verlaat ik rond 11u de drukte van de kust richting binnenland. Op de drukke kustweg zie ik wel de ‘ Etang de Thau ‘ , een enorm meer in de buurt van Sète.

De eerste 25 Km tot in Marseillan gaat het naast me van vroem…vroem…vroem…Ik zou er bijna Zen van worden, moest de stank me niet uit mijn roes halen foot-in-mouth. Daarna wordt het zeer rustig richting Béziers.

Het ene wijndomein volgt na het andere. De ganse dag rijd ik door de groene wijngaarden. De rest ligt er verdord bij en soms zie ik brandweerwagens langs de kant, klaar om in te grijpen. Zo bereik ik Béziers. Ik besluit recht door het centrum van de stad te rijden en dat blijkt een goede beslissing : bijna geen verkeer.

De stad is bekend om zijn arena, kathedraal (foto) en zijn oude brug over de Orb.

Daarna gaat het weer verder over de drukke en hete D11 richting Capestang. Daar neem ik de regionale wegen. Veel leuker om te rijden langs schaduwrijke wegen afgeboord met platanen (foto).

Daarna kom ik in de Aude terecht en ik rijd een twintigtal Km naast of in de buurt van het riante Canal du Midi (foto).

De laatste 10 Km in de volle zon zijn er wat teveel aan. Ik bereik rond 17u15 de Auberge Côté Jardin in Conilhac-Corbières. We hebben een kamer met airco, wat echt nodig is bij deze temperatuur om deftig te recupereren. Marina zoekt wat afkoeling in het aanwezige zwembad.

Reisweg : Balaruc le Vieux, Mèze, Marseillan, Bessan (picknick), Béziers, Montady (stop), Capestang, Ouveillan (stop), Sallèles d’ Aude, Saint Marcel sur Aude, Saint Nazaire sur Aude, Ventenac en Minervois, Paraza (stop), Roubia, Lézignan-Cobières, Conilhac-Corbières. De vele stops waren nodig om deftig bij te tanken.