Ljubljana – Torino

Na een zalige nacht in Vila Ema trekken we richting Italië. We rijden naar Nova Gorica en genieten nog eens van het prachtige land dat Slovenië is. Even voorbij Nova Gorica steken we de Sloveens – Italiaanse grens over en verlaten we de Balkan. Tijd om onze reis even te overschouwen.

We hebben zeer mooie plaatsen bezocht en uiterst vriendelijke en dankbare mensen ontmoet. Dankbaar omdat we de moeite hadden gedaan bij hen te logeren en hun land te vereren met een bezoek. Vooral de Macedoniërs, de Bosniërs en de Albanezen drukten ons op het hart hun land te promoten bij vrienden en kennissen. Bij deze.

We hebben ook grote armoede gezien. Mensen die onder de blote hemel slapen met hun hele gezin, babies incluis. Vooral in Albanië en Bosnië troffen we vele, vooral bejaarde, bedelaars aan die smeekten om een aalmoes.

Ik overloop even de markantste feiten per land.

Servië is het minst geliefde land in de regio. Vooral in Macedonië en Montenegro waren de mensen niet te spreken over deze buren.

Macedonie heeft ons qua schoonheid en netheid verbaasd. Skopje was een voltreffer. We zagen er ook geen bedelaars in de straten. En de Diesel kostte er minder dan 1 Euro. We moeten nog de zeer vriendelijke politieagent vermelden die  de Russische Ambassade vlak over ons appartement bewaakte. Hij deed dat in wachtbeurten van 8 uur. Zittend in of naast zijn hokje, dat kleiner dan 1 m² groot was.  Hij hield een oogje in het zeil zodat we onze auto, die naast zijn hokje geparkeerd stond, met een gerust gevoel konden achterlaten. Hij was zo blij om met ons een praatje te kunnen slaan in behoorlijk Engels. Hij was van opleiding pedagoog en misschien daarom klikte het. Hij was zelfs rouwig bij ons vertrek.

Griekenland was het land in crisis en dat voelde je. Ook onze gastheer kloeg over het feit dat de mensen amper genoeg geld hadden om te eten. Gelukkig had hij de huur van zijn appartementen om zich wat meer te kunnen permitteren. Maar de Griekse toeristen die bij hem huurden, zeiden hun huur één voor één af. We waren nog zijn enige huurders. In de straten van Athene kwamen we de eerste bedelaars en junkies tegen die berooid over straat liepen en hun eten in vuilnisbakken zochten. Een ander feit is dat de Grieken echte cowboys op de weg zijn. Snelheidsbeperkingen en zich houden aan de verkeersregels staan niet in hun woordenboek ( misschien omdat het zo moeilijk te lezen valt met al die rare letters Knipogen ).

En dan was er Albanië. We hadden een echt Wilde Westen verwacht maar kregen toch een land te zien dat snel verwestert en tuk is op alles wat Amerikaans is. De straat waarin we logeerden heette de Rruga Bill Klinton, ze grensde aan de Rruga Abraham Linkoln en de Rruga Teodor Ruzvelt. Je hebt nu wel een land van uitersten. Aan de ene kant een elite die zich wel wat luxe kan permitteren. Onze huisbaas bijvoorbeeld, 26 jaar oud, bezat een nieuwe BMW. Aan de andere kant krioelde het van de bedelaars en mensen die leefden van de straat en onder de blote hemel. Wat ons ook opviel waren de honderden Mercedessen in het straatbeeld. Elke derde auto was een Mercedes : van de allernieuwste modellen tot deze die 40 jaar en ouder waren. Een beetje Wilde Westen was het wel : sommige mensen liepen er gewapend rond en je kon er niet naast de sheriffs kijken. Honderden politiepatrouilles lopen er rond in het ganse land. Ze houden willekeurig auto ‘s  tegen, meestal Mercedessen.

Over Montenegro kan ik kort zijn : een mooi land met niet al te beste wegen waar de lokale munteenheid de Euro is.

Bosnië heeft ons ook verbaasd : door zijn schoonheid, zijn vriendelijke mensen en het feit dat sla er zo goed als onvindbaar is. Ook het wegennet lag er uitstekend bij en de automobilisten gedroegen zich strikt naar de regels. Het leven kabbelt er verder op het tempo van de jaren 60. Het deed me wegdromen naar mijn jeugd. Mensen die ’s avonds met mekaar een babbeltje slaan in hun voortuin. Vrouwen met een doek op het hoofd die door de straat wandelen en iedereen een goedenavond toeroepen. Oude mannen die met een kruiwagen, hier met ijzeren wiel, voorbijkomen. Veel afgeleefde fietsen in het straatbeeld en zelf in elkaar geknutselde bromfietsen, zelfs met een laadbak voorop. Straten met open riolen, stoffig en onverhard. Eén groot nadeel heeft het land : het eindeloze aanschuiven aan de grensposten. Ze maken het de toerist wel zeer moeilijk om het land te betreden, terwijl de toeristische borden langs de wegen zeer verzorgd en uitnodigend de modale vakantieganger  trachten te lokken naar de vele mooie plaatsjes in het land. Ook snelwegen zijn nog een rariteit in het land.

Over Slovenië kan ik ook kort zijn. Oostenrijk in het klein zowel qua gebouwen als mentaliteit. Wel al een stuk duurder dan de andere Balkanlanden.

De vele grensovergangen en de lange wachttijden aan sommigen daarvan katapulteerden ons ook een paar decennia terug. Ook de verschillende munteenheden waren een bijkomende moeilijkheid. Men aanvaardde wel overal Euro’s maar dan bleek alles ineens 50% duurder. Alleen in Bosnië was betalen met Euro goedkoper dan in de eigen Mark.

Vandaag arriveerden we op ons nieuwe logeeradres in de buurt van Verona. Bleek ons appartement dubbelgeboekt. Vermits we als laatsten aankwamen, konden we op zoek naar een nieuw onderkomen. We besloten door te reizen tot Torino, waar we nu verblijven in het Blu Hotel. De overnachting met ontbijt kost ons 88 Euro.

We zetten de volgende dagen onze reis verder en overnachten nog in Marseille en Barcelona om alzo Relleu, in de buurt van Benidorm, te bereiken. Daar gaan we nog enkele weken uitblazen in onze second home.

http://nussbaum.be/ALTAVISTA/

Banja Luka – Ljubljana

We verlaten zo vlug mogelijk onze sauna in Banja Luka. Eerst hebben we een stuk betalende snelweg die ons omgerekend 1 Euro kost. Even voor de grens tanken we de auto vol. De Diesel staat hier 1,97 Bam ( één Euro ) geprijsd. We zijn al bevreesd voor de grensovergang, maar deze verloopt zeer vlot.

In Kroatie rijden we langs Zagreb tot de grens met Slovenië over een betalende snelweg : totaal iets minder dan 6 Euro tol. Voor de grens schaffen we een 7-dagen snelwegvignet voor Slovenië aan : 15 Euro. Ook deze grensovergang verloopt zonder noemenswaardige problemen. We zijn nu terug in de Eurozone en dat voelt als thuis.

Om 14 uur bereiken we ons nieuwe verblijf : Vila Ema in Ljubljana. Zeer netjes, echte airco, ruim, aparte slaapkamer en zeer vriendelijke gastvrouw. We krijgen een zeer degelijke info over Ljubljana. Even naar de Tour kijken.  Marina doet een schoonheidsslaapje.

We rijden met de wagen tot hartje stad en parkeren ondergronds naast de Drakenbrug.

Onze wandeling kan beginnen. Ljubljana is de stad van de bruggen : er zijn 4 belangrijke. De Drakenbrug of Zmajski Most, de Schoenmakersbrug of Cevljarski Most, de Slagersbrug of Mesarski Most en de belangrijkste : de Tromostovje. Deze laatste is een brug die uit drie delen bestaat. Foto ’s bruggen :

Zmajski Most

Cevljarski Most

Mesarski Most

Tromostovje

We passeren op onze tocht de Centrale markt met zijn zuilengalerij en komen zo op het belangrijke Presernov Plein terecht (foto).

We zetten onze tocht verder langs de de Neboticnic ( een oude wolkenkrabber), de Nationale Galerij, het Nationaal museum, het Parlement, het Congresplein, de Universiteit en de Bibliotheek. We steken de Ljubljanica rivier over en komen voorbij de Town Hall en de Kathedraal. Op het Krekop Trg nemen we de kabelcabine voor 4 Euro per persoon naar het Ljubljanski Grad ( foto ).

Dit fort regeert over de stad. De eerste overblijfselen, hier gevonden, dateren van 5.000 jaar geleden. Het fort is mooi gerestaureerd en van op de grote toren heb je een prachtig uitzicht over de stad en zijn ruime omgeving.

Moe en voldaan keren we terug naar ons appartement waar we onszelf een koude schotel maken. En dat smaakt bij zo’n hitte. Want de temperatuur op de Balkan geraakt maar niet onder de 35°C.

Sarajevo – Banja Luka

Vandaag wordt de laatste dag in Bosnië – Herzegovina. Het land blijft me verbazen. Zeer goed verzorgde wegen, rustige mensen op de baan, zeer weinig vrachtvervoer langs de nationale wegen en geen files. We nemen het enige stukje autosnelweg  tussen Sarajevo en Zenica. We betalen er 5,50 BAM ( Bosnische Mark) voor, omgerekend 2,70 Euro. Iets voor Zenica verlaten we de autoweg richting Jajce.

In Jajce vinden we een spectaculaire waterval : een mini-Niagara Falls (foto’s).

Voor we naar ons optrekje toestomen, want het blijft hier uiterst warm, brengen we een blitzbezoekje aan Banja Luka, de hoofdstad van de noordelijke Servische deelrepubliek. Ze heten het hier REPUBLICA SRPSKA.

We parkeren in een ondergrondse garage om de auto een beetje koel te kunnen houden. We begeven ons naar de Saborni Hram Hrista Spasitelja moskee. Het is een tamelijk grote moskee met gouden koepels (foto).

We wandelen voorbij het Presidentieel Paleis naar de iets verderop gelegen Basilica Bonaventura. Een zeer moderne kerk met een klokkentoren in de vorm van een giraffenkop, dat vinden wij althans (foto).

Aan de andere zijde van de brede laan staat het Partizanen monument (foto).

Nu nog naar ons logeeradres 4 Km verderop. Apartmani Trojka ligt op een heuvel met uitzicht op de stad Banja Luca. We betalen 30 Euro voor een overnachting. Het is een ruim modern appartement met airco :maar op de Balkan betekent airco wel eens een gewone luchtblazer, en niet eens koude lucht. Dus bij het opstellen van deze blog, zit ik te zweten als een rund.

Mostar – Sarajevo

Bosnië – Herzegovina is een zeer mooi land. Diep uitgesneden rivierbeddingen afgebakend met enorme rotsmassa ‘s. Een hooggebergte met grootse landschappen.

We volgen een groot deel van vandaag de rivier Neretva en passeren plaatsjes als Ostrozac en Konjic (foto).

                                  Konjic

                                  Ostrozac

We kunnen rustig vorderen : vandaag en morgen staan er geen vervelende grenscontroles op het programma.

Na een dikke 2 uur rijden staan we al in het centrum van Sarajevo. We huren voor 95 Euro bij Apartments Casa United. De beloofde keuken is niet aanwezig en vandaag wordt het Suikerfeest gevierd bij de Moslims. Gevolg : op enkele souvenierkraampjes in het oude stadsgedeelte na, is zo goed als alles  hier gesloten.

Ons bezoek aan de stad starten we bij de Kunstacademie, een prachtig gebouw (foto).

We zetten onze tocht verder langs de Miljacka -rivier tot aan het Austrija Trg. Op het plein werd de aartshertog van Oostenrijk Frans Ferdinand op 28 juni 1914 doodgeschoten door een Servisch nationalist. Het was de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog. Terug de Miljacka over langs de Latinska Cuprija (foto).

We volgen de oever van de rivier naar het oosten en belanden zo bij de Nationale Bibliotheek, het vroegere stadhuis (foto).

Langs het Duivenplein ( Sebilj ) en de Bazaar komen we in de Ferhadjia terecht. Dit is normaal de levendige winkelstraat van de stad. Levendig en druk is ze nu ook, maar de winkels zijn bijna allemaal gesloten. We stappen nog voorbij de Heilig Hart Kathedraal waar op de voordeur de foto van onze aartsbisschop Leonard prijkt : je komt ook overal Belgen tegen .

Overal in de stad zie je nog de gevolgen van de recente oorlog tegen de Serviërs ( 1992-1995 ). Kogelinslagen sieren nog vele gevels. In het Veliki  Park staat een monument ter nagedachtenis aan de gesneuvelde kinderen van Sarajevo : 5 kleine zuilen vermelden de namen. Het zijn er honderden. Ook het beeld van de Roepende Vader vind je in dit park. De vader roept  zijn kinderen om zich over te geven aan de Serviërs die beloofd hebben hen niets te doen. Enkele dagen later worden ze allen dood teruggevonden. Vermoord door Servische kogels (foto).

We besluiten de dag met een etentje bij Mc Donalds : de eerste frieten in twee weken en dat smaakt.

Tirana – Dubrovnik – Mostar

Het vertrek in Tirana valt wat tegen. Enorm druk. De hoofdstedelingen hebben nog nooit van een rijvak gehoord, laat staan er één gezien. Na een uurtje puffen zitten we eindelijk op de grote baan richting Shkoder. Het stuk tussen Tirana en deze noordelijke stad is het slechtste van Albanie.

Na Shkoder gaat het terug vlot en is de baan ook terug goed berijdbaar. Maar dan volgt de grensovergang Albanie-Montenegro. Ik denk dat onze douaneman aan Albanese kant niet kon schrijven : hij is wel 10 minuten bezig geweest met het ingeven van onze namen op zijn computer. Een halfuur later staan we eindelijk op Montenegrijnse bodem.

In Montenegro zijn de wegen tamelijk goed onderhouden. Soms zijn ze zeer smal. We laten de hoofdstad Podgorica links liggen en vervolgen onze weg naar Niksic. Onderweg bezoeken we het Monastir Ostrog. Een klooster volledig in een berg gebouwd (foto).

De tocht te voet omhoog is wel niet van de poes (foto). Meer dan 200 trappen !

Daarna rijden we door het prachtige en bergachtige land dat Montenegro toch wel is.

We rijden nu richting Trebinje in Bosnië en naderen de volgende grenspost : deze van Montenegro met Bosnië. Het is één van de vlotste tot nu toe. In Bosnië zelf is het traag opschieten en oppassen geblazen voor loslopende koeien (foto).

Na Trebinje ligt onze volgende grensovergang in het verschiet, deze van Bosnië met Kroatië. Bijna een uur hebben we hier aangeschoven met maar een 30-tal wagens voor ons. Sommige wagens werden onderste boven gehaald, zelfs de motorkap moest open. Uiteindelijk is het onze beurt en het moet zijn dat ik mooie ogen heb, want de vrouwelijke douanebeambte liet me onmiddellijk door .

Rond 18u bereiken we dan Dubrovnik (foto).

We bezoeken onmiddellijk de oude en ommuurde stad. Het is een echte aanrader. Langs de Pilepoort lopen we het oude stadscentrum binnen, voorbij de Grote Fontein van Onofrio komen we in Stradun terecht. Stradun is de grote geplaveide winkelstraat die het westen met het oosten van de stad verbindt. Aan de oostkant van deze straat vinden we het Sponza Paleis (foto),

De Blasiuskerk, het Rector Paleis, de kathedraal en het Dominicaner Klooster. Door een klein poortje komen we in de haven terecht. Daar ligt toevallig het schip dat figureert in Game of Trones (foto).

Na een lekker ijsje stappen we terug naar ons Apartman Nina @ Anita, waar we voor 80 Euro per nacht een zwoele studio krijgen. Tot nu toe ons slechtste logement.

De volgende dag leidt ons langs de schilderachtige Adriatisch kust èn weer drie grensposten. De grensposten liggen hier voor het rapen. Vooral de laatste grenspost, deze van Kroatië naar Bosnië – Herzegovina is weer de moeite waard. 40 minuten was het verdict.

Maar Herzegovina, het zuiden van het land, is prachtig. We houden eerst halt bij de watervallen van Kravice. Rondom dendert het water naar beneden en de autochtone bewoners komen zich baden in het zuivere water (foto).

Daarna stoppen we in Blagaj. Het Derwisj House staat tegen de rots geplakt (foto).

En dan maar verder naar het 10 Km verder gelegen Mostar. We logeren er in Casa Mostar. De familie, die het appartement runt, heeft tijdens de oorlog ( rond 1992 ) in Antwerpen gewoond. De dochter spreekt nog een klein beetje Nederlands. Het is een prachtig appartement met alles erop en eraan. 50 Euro voor één nacht.

De oude stad en de bekende brug, de Stari Most, liggen op enkele honderden meters van ons verblijf.  We slenteren door de smalle , verkeersvrije straatjes rond de oude brug en steken de Neretva over via de Stari Most (foto).

De brug werd volledig verwoest tijdens de oorlog tegen Servië en wederopgebouwd in haar oorspronkelijke toestand.

We houden het vandaag kort en genieten nog van de airco op ons stekje hier : het was hier vandaag soms 45°C en in de file aan een grenspost is dat , ik garandeer het je, HEET (foto).

Ioannina – Tirana

We verlaten Ioannina om 11u Griekse tijd ( 10u België). De laatste kilometers Griekenland verplichten ons te slalommen tussen de gaten in het wegdek door. We stoppen nog één keer aan een kapelletje (foto).

Ontelbare mini-versies hiervan staan er langs de Griekse wegen. Het zijn Ikonostasie-kapelletjes. Ze zijn geplaatst door de familie voor hun in het verkeer omgekomen  gezinsleden.

Van ver zien we de grensovergang met Albanië, het tiende land van onze reis. Het is zo ‘ n gebouw dat zegt : ‘ blijf hier a.u.b. weg ‘. (foto).

De grensformaliteiten verlopen tamelijk vlot. Er wordt wel gecontroleerd of de autopapieren in orde zijn. Het gelijkvormigheidsattest wordt aan beide zijden grondig nagekeken.

Eindelijk rijden we het ‘Wilde Westen van Europa’ binnen. Althans zo werd ons gezegd. Maar niets is minder waar. De wegen zijn er zeer goed berijdbaar en de Albanezen op het platteland rijden gezapig rond. Heel anders dan in het jachtige Griekenland. Alleen in de steden is het het gekrioel van wagens en vorderen we met een slakkengangetje van 20 Km/u. De laatste 40 Km van Elbasan naar Tirana blijkt zelfs een heuse autosnelweg. Deze eindigt abrupt in het midden van de stad en op 200 m van ons appartement. Gelukkig want de GPS kende slechts enkele grote straten van de stad.

We logeren in Apartments Botanic Park. Een zeer luxueus optrekje van 150 m² met privéparking. We betalen hiervoor 50 Euro per nacht.

Alleen nu enkele duizenden Albanese Lek ( 1 Euro = ca. 140 Lek ) afhalen en we kunnen morgen de stad gaan verkennen.

We beginnen onze tweede dag met een halve dag platte rust. Uitgerust nemen we rond 16u de bus naar het stadscentrum. Onze beide tickets samen kosten 60 Lek = minder dan 50 eurocent. Na een kwartiertje met de bus, die bij ons NOOIT door de controle zou geraken, staan we op het Skenderbej-Plein, hartje stad (foto).

Rond het enorme plein staan er verschillende monumentale gebouwen zoals het Nationaal Historisch Museum (foto),

de Ethem Bej Moskee (foto),

de Opera, de City Hall en vele ministeriële gebouwen.

Na het bezoek aan het plein lopen we de Boulevard Dëshmorët e Kombit op. Dit is een echt ‘Parijse Avenue’. We passeren eerst voorbij de Pyramide :oorspronkelijk opgericht als eerbetoon aan de laatste communistische leider Enver Hoxha. Samen met zijn val trad ook hier de verloedering in (foto).

Bijna aan het eind  staat het Presidentieel Paleis (foto).

Het Moeder Theresa Plein is het eindpunt van de groene boulevard (foto).

We keren helemaal op onze stappen terug en flaneren nog langs het eeuwenoude Ura e Tabakeve , Tanners Bridge, (foto) en het parlement.

Daarna is het tijd voor een laatste terrasje : twee drankjes voor omgerekend 2 Euro. We keren moe en voldaan terug met de bus naar ons appartement.

 

Athene – Ioannina

We zetten onze tocht door Griekenland verder. Tussen Athene en Patras ligt er een 200 Km lange weg die deels bestaat uit een autosnelweg ( 6,40 Euro tol ) en grotendeels uit zeer slechte wegen. Links en rechts van deze       ‘ heirbanen ‘ is men volop aan het werken om de snelweg volledig klaar te krijgen. Of men daar direct zal in slagen, met deze economische toestand, is natuurlijk een vraagteken.

In de buurt van Patras moeten we de Golf van Korinthe over langs de Charilaos Trikoupisbrug (foto). Ze verbindt de Peleponnesos met het Griekse vasteland. Het is de langste tuibrug met meerdere overspanningen ter wereld: 2880 meter lang. De overtocht kost ons 13,20 Euro.

Daarna rijden we over een tweerichtingsbaan. Het was me al opgevallen dat de Grieken het niet al te nauw nemen met de verkeersregels. Deze morgen, bij ons vertrek, stonden de winkelstraten volgeparkeerd met wagens. Dat komt omdat de Grieken op zondag niet werken en aldus de parkeergarages ook dicht blijven. Dus wie zijn auto op zondag wil gebruiken moet die ergens kwijt. En vermits ook de winkels dicht blijven ligt de oplossing voor de hand.

De pechstrook is voor de Grieken een extra rijbaan. Op een baan met enkele rijbaan èn pechstrook rijden ze gewoon op de pechtstrook en wordt er duchtig voorbijgestoken op de reguliere rijbaan. In het begin is het een beetje wennen maar na een tijdje doen we vlot mee. En zo zijn we al snel op onze bestemming : Ioannina. Het stadje ligt in het noordwesten van het land op 60 Km van de Albanese grens.

    • In Ioannina (foto’s) overnachten we dicht bij het Pamvotida meer. We betalen in Hotel Akti 45 Euro voor een kamer met ontbijt.

Skopje-Athene

We verlaten rond 9 uur Skopje richting Griekenland. De autosnelweg wordt een aantal keer onderbroken en we vorderen niet al te snel. Ondertussen hebben we ons Macedonische Denars aangeschaft. Je kan de autotol ook in Euro betalen, maar dan rekenen ze 50% bij . Voor 1 Euro heb ca. 60 Denar. Iets voor de Griekse grens tanken we vol met de resterende Denars : de Diesel kost hier 55 Denar (93 eurocent) de liter. Het is hier nog goedkoper dan in Luxemburg. De grensformaliteiten lopen gezwind en we bollen Griekenland binnen. We zijn wel een beetje ongerust over de sociale toestand in het land.

Op de Griekse autowegen worden we enkele decennia terug gekatapulteerd. De autosnelwegen zijn over het algemeen goed onderhouden, maar we rijden echt alleen. Van de grens over Thessaloniki, Larissa en Lamia bereiken we Athene. We betalen welgeteld 30,70 Euro tol, maar moeten daar 12 keer voor stoppen. Dat is ongeveer één keer om de 30 Km. Maar we verliezen amper tijd : ik denk dat geen enkele Griek nog een betalende snelweg neemt.

We bereiken vlot onze bestemming in hartje Athene : even uitpakken, de auto stallen in een ondergrondse garage en we zijn klaar voor 3 dagen Athene. Ons appartement kost ons 210 Euro voor  drie nachten en ligt  tussen het Syntagma-plein en Monastiraki, dus pal in het centrum.

Op onze eerste avond bezoeken we het Syntagma-plein waar  voor- en tegenstanders van Tsipras gezapig en zonder enige vorm van agressie protesteren. Het lijkt eerder een Vlaamse Kermis.

De tweede dag wordt een zware dag : we zullen de Akropolis beklimmen en bezoeken. Een ticket om de belangrijkste monumenten te bezoeken in Athene kost 12 Euro per persoon. Daarvoor heb je toegang tot een zevental toeristische sites.

Maar eerst de Akropolis. Het is een zware en hete tocht tot boven. Onderweg passeren we het Theater van Dionyssos en het Herodeion (foto).

Via een steile en gladde trap betreden we de berg. Voor ons doemt het Parthenon (foto) op .Een groot deel ervan staat in de steigers, maar toch blijft het gebouw indrukwekkend.

We wandelen langs het Erechteion naar het einde van de berg, waar we een prachtig uitzicht over Athene en de Agora hebben. Na een drankstop dalen we af richting de Oude Agora.

De Agora is ook prachtig om zien. Vooral de Stoa ven Attalos (foto) en de tempel van Hephaistos (foto) zijn een staaltje van de Oudgriekse bouwkunst.

Na een namiddagje zweten is het genoeg geweest : in de buurt Monastiraki smaakt een ijskoude cola heerlijk.

De derde dag van ons verblijf gaan we de buurt rond en achter het parlement (foto) verkennen.

We zakken eerst naar het zuiden af tot bij de boog van Hadrianos en de tempel van Zeus (foto).

Daarna trekken we naar het Panathinaikon Stadion (foto). Zo zag het eerste Olympisch stadion eruit. Het was in U-vorm gebouwd en de piste was veel langer en smaller. We verpozen even op de zo goed als lege tribunes.

We zetten onze weg verder naar het Presidentieel Paleis. Daar hebben we geluk want de aflossing van de wacht is bezig. De, met pompommetjes op hun schoenen, soldaten(foto)  geven een show in traag marcheren. Het is echt de moeite waard om te blijven kijken.

Zo zit ons verblijf in Athene er op. Morgen zetten we onze tocht verder.

Vrdnik – Skopje

We verlaten rond 9 uur ’s morgens Vrdnik. Belgrado laten we links liggen wegens al eens bezocht. De autosnelweg ligt er op zijn Belgisch bij : niet slecht maar ook niet bijzonder goed. We passeren Nis en zonder problemen de Servisch-Macedonische grens. In gans Servie betaalden we 1.400 RSD autowegentol, ca. 12 euro. Nog een tip : vergeet je groene verzekeringskaart niet. Deze wordt al eens aan een grensovergang gevraagd.

We naderen ons volgende doel, Skopje, de hoofdstad van ons zesde land : Macedonie. We kunnen onze autowegentol met euro’s betalen, maar in MKD ( Macedonische Dinar ) is het wel goedkoper. De tol bedraagt 3 euro.

Bij het binnenrijden van Skopje valt de GPS uit : hij vindt geen enkele straat meer. Groot probleem want met dat Cyrillisch schrift is het zeer moeilijk om je weg te vinden. Na een uurtje rondrijden en het opbellen van onze gastheer ( die ons komt oppikken ), bereiken we ons appartement in de Leninova straat. Het is er zeer luxueus :   60 m² met airco, vaat- en wasmachine. We betalen hier 90 euro voor twee nachten. Luxury Apartments ligt vlak tegen het toeristisch centrum.

Bezoek Skopje

Na een wandeling van 10 minuten staan we op het grote centrale  plein van de stad. Aan het beeld van Aleksander de Grote  begint onze eigenlijke  wandeling. Overal op het plein staan verschillende standbeelden van nationale helden, maar het imposantste is dat van Aleksander. We wandelen richting de rivier, de Vardar. We passeren de Brug van het Oog (foto).

Deze leidt naar het Archeologisch Museum. De volgende Brug is deze van de Kunst (foto),

waar 26 verschillende kunsten worden uitgebeeld.We steken via deze brug de Vardar over en komen in het oudste stadsdeel terecht.

In het oude stadsdeel bezoeken we de Bazaar met zijn vele juwelenwinkeltjes en moskeeën. Bovenaan staat de Mustapha Pasha Moskee (foto),

 deze toornt boven de stad uit.Ook het fort Kale is een omweg waard. We dalen terug af en steken de Kamen Most (foto) of Stenen Brug over met zijn 13 bogen.

  We belanden terug op het Grote Plein waar we even een terrasje doen. Ondertussen is het donker geworden en baadt Aleksander de Grote in het licht (foto).

 Op de klanken van klassieke muziek danst de fontein en neemt de verlichting van het standbeeld alle kleuren van de regenboog aan.

De volgende dag lassen we een rustpauze in en bezoeken alleen het moderne zuidelijke deel van het Grote Plein. Het eerste monument op ons tochtje is de Porta Makedonia , een triomfboog. Zo belanden we in het Zena Park, waar weer verschillende beelden onze aandacht trekken (foto).

 We maken nog een omwegje naar het Moeder Theresa Herinneringshuis : heel de stad, waar Moeder Theresa geboren is, hangt vol uitspraken van haar.

Skopje moet je gezien hebben : alles ligt zeer dicht bij elkaar, het is er proper en de mensen zijn vriendelijk. Voor we afscheid nemen van deze prachtige stad brengen we nog een bezoekje aan het Parlement, waar de oppositie een tentenkamp heeft ingericht om de premier tot opstappen te verplichten. Het gaat er gemoedelijk aan toe. Misschien spelen de hitte en het feit dat ze er al 52 dagen kamperen wel een rol.

P.S.:boven de stad toornt het Milennium Cross (foto) : je kan er met een kabelbaan naartoe, maar ook de hitte   ( 38°C ) speelt ons parten.

Bad Schallerbach – Vrdnik

In de ‘stralende’ regen vertrokken : zo’n morgendouche kan toch deugd doen na een zwoele nacht.

We rijden richting Wenen, waar de smog regeert. Vanaf Wenen keert de azuurblauwe lucht weer.  De temperatuur klimt gezapig op tot 35°C in de buurt van Budapest. Onderweg schaffen we ons een 10-dagen autosnelwegvignet aan voor 12,50 euro. ’t Is te zeggen we kopen er twee aan, los van elkaar : we hadden weer eens zeer goed overlegd Lachen.

In de buurt van Tatabanya (Hongarije) vinden we een schaduwrijke piknicktafel en het vakantiegevoel is er nu helemaal.

De grensformaliteiten tussen Hongarije en Servië duren een eeuwigheid : onze file heeft een vrouwelijke douanier en we zullen het geweten hebben. Terwijl de rijen wagens links en rechts van ons  verder schuiven , blijft de onze stilstaan. Er staan hooguit 10 wagens voor ons en toch slaagt ze erin ons een halfuur aan het lijntje te houden. Uiteindelijk rijden we het vijfde land van onze trip binnen.

De snelweg Szeged-Novi Sad ligt er erbarmelijk bij : we slalommen tussen de gaten in het wegdek. Ze durven ook nog 3 euro tolgeld vragen voor dit karrenspoor.

Over Novi Sad is alles snel gezegd : een industriestad gelegen aan de Donau.De blauwe Donau contrasteert fel met het grijze industriegebied. Wegens wegenwerken, en ook een beetje wegens te warm, schrappen we het bezoek aan Petrovaradin fort .

Na een oplopende, smalle èn slechte weg arriveren we in het ‘gat’ Vrdnik. Een piepklein dorpje. We overnachten er in Apartments Izvor, waar we ontvangen worden door een uiterst vriendelijke gastvrouw. We betalen welgeteld 25 euro voor een appartement met 1 slaapkamer, een kleine en nette badkamer en een ruime living met kitchenette.