Van Debrecen over Budapest naar Praag

We vertrekken de morgen van 3 augustus uit Debrecen. De temperatuur loopt al op tot 34 graden wanneer we rond de middag onze vakantiebestemming bereiken. Vlug uitladen en naar het vliegveld Liszt Ferenc om Sil, Jessica, Senne en Finn te gaan ophalen. Ze verblijven samen met ons in een villa met zwembad in Budakalasz, even buiten Budapest. Het wordt vooral zonnen, zwemmen en met de kleinkinderen ravotten. Bij 40 graden is dat het enige wat je kan uitvoeren.

Dinsdag 6 augustus, tegen de avond, wagen we ons aan een uitstapje naar het stadscentrum. We nemen het treintje naar het hogergelegen Buda, waar we een prachtig uitzicht hebben over de rest van Budapest. De prachtige Donau vloeit aan onze voeten en het Parlement prijkt aan de overkant. Maar zweten dat we doen : het is nog steeds 40 graden. Senne vond het treintje natuurlijk leuk.

Donderdag 8 augustus bezoek ik samen met Jelka en Marina het Milenniumplein, de typische warme baden en de Vaydahunyad-burcht. Na een uurtje houden we het voor bekeken : we staan bijna te koken op het Milenniumplein. Terug in de auto blijkt het 42 graden te zijn en het is al bijna 18 uur. We halen ons een lekkere pizza en koelen af in het zwembad.

Zaterdagmorgen brengen we Sil en zijn familie terug naar de luchthaven en rijden over Györ, Bratislava en Brno tot Praag. We logeren er in ‘ Any Day Appartment ‘. Het ligt vlak in het centrum van Praag. Nu we er toch nog eens zijn, willen we hetgeen we vorige keer niet kunnen bezoeken hebben, toch een kans geven ons te verbazen.

We wandelen via het Wenceslas-plein naar het oude Gemeentehuis en zo, door de verkeersvrije straatjes van de binnenstad, tot aan het oude Stadsplein. Plots komt iedereen daar in beweging, er steekt een felle wind op en het begint hard te regenen. We proberen een ticket voor de metro te bemachtigen, maar de loketten zijn gesloten en we hebben niet genoeg kleingeld voor de automaten. Ook een taxi nemen is onmogelijk : ze zijn allemaal reeds volzet. Dan maar te voet terug. Drijfnat komen we in ons hotel aan. Na een warme douche is het euvel reeds vergeten en even later liggen we in dromenland.

Morgen, 11 augustus, rijden we tot in Darmstadt, waar we overnachten. Om dan een dag later eindelijk terug thuis te komen. Onze vakantie zit er op.

Van Boekarest naar Debrecen

Het was deze morgen zwoel in Boekarest bij ons vertrek. De GPS leidde ons voor de eerste keer feilloos de stad uit richting Ploiesti. We kregen een voortreffelijke snelweg onder de wielen geschoven. Ook voorbij Ploiesti richting Brasov viel het verkeer en de vierbaansweg reuze mee. We reden door dorpjes die regelrecht uit de Dracula-films leken te komen. Rond Brasov leefde immers graaf Tepes Vlad, beter gekend als Dracula. De kleurrijke huizen met mooie houten loggias en torentjes deden ons de nog lange reis, die voor de boeg lag, voor even vergeten.

Plots begon de miserie : in elk dorp stond er een ellenlange file en we vorderden zeer langzaam. We besloten een andere reisweg te zoeken en sloegen even voor Brasov af naar Sibiu. Een perfecte rijweg deed ons goed opschieten. We kregen zelfs terug een stukje autosnelweg voorgeschoteld dat nog niet op de kaart was aangeduid.

Mijn vrouw Marina kreeg dan het lumineuze idee van nogmaals af te wijken van de vooropgestelde rijweg en de kortste weg te nemen over Sebes en Deva naar Oradea. Het werd een echte verschrikking. We vorderden amper tegen 50 Km/uur. Niet door het drukke verkeer maar door de barslechte toestand van de wegen. Het rijden werd een echt computerspelletje : zo weinig mogelijk in putten rijden. Het bleek een onmogelijke opdracht. Op de 175 Km over dit trajekt heb ik tenminste 10.000 putten gezien en gevoeld. Stel je de slechtste weg in je buurt voor en vermenigvuldig dat met 100 en je komt in de buurt van de toestand van de Roemeense weg. Of was het Romeinse heirbaan ? Rond Brad kregen we zelfs een onvervalst stuk ‘Bos van Wallers’ uit Parijs-Roubaix voorgeschoteld. Maar dan veel erger : stuur hier renners over en ze sneuvelen ALLEMAAL. Wij reden bijna 20 minuten over dit stukje kassei van 2 Km.

De keerzijde van de medaille was dat we een stukje authentiek Roemenie te zien kregen : Vlaanderen uit de jaren ’40 en ’50. Echte hooimijten met de hand gemaakt. Mensen die met hun koe of hun 3 geiten op wandel zijn. Ezelskarren volgepropt met hooi. Zwerfhonden langs de straten, sommigen dood langs de weg : gesneuvelden van het zware vrachtverkeer.

We bereikten eindelijk Oradea en even later de Roemeens-Hongaarse grens. Nog een uurtje door de poesta en we bereikten onze bestemming in een dorpje in de buurt van Debrecen : Hajduszoboszlo. We logeren in een appartement in het drukke stadje en verorberen rond 10 uur ’s avonds een zeer lekkere pizza.

Van Albena aan de Zwarte Zee tot Boekarest

Nadat we gisteren een ware hoosbui trotseerden en zelfs even waren vastgereden aan ons vakantiehuis, vertrokken we deze middag richting Roemenie en Boekarest.

In Varna ergerde ik me weer dood aan de wegwijzers in Cyrillisch schrift en het steeds maar wisselen van kleur om de snelweg aan te duiden. Enfin, na een klein halfuurtje te hebben gevloekt en rondgetoerd, kwamen we eindelijk op de snelweg richting Sumen terecht. We hadden ons geen snelwegvignet aangeschaft : niet uit onwil, we vonden er nergens één. We speelden dan maar illegale wegpiraat en waren blij in Sumen de snelweg te moeten verlaten zonder boete.

Onze weg leidde dan noordwaarts langs de weg nummer 2 tot Ruse. Bleek dat we ook op deze nationale weg een vignet nodig hadden. We hebben nog 110 Km gezweet en bereikten zonder kleerscheuren ( lees: boete ) de Bulgaars-Roemeense grens. Daar stonden we plots voor een barreel met erboven ‘ controle van het vignet ‘. Lap, daar had je het dan, dachten we. Met klamme handjes aangeschoven, raam open gedraaid, 4 leva meneer ( ca 2 euro ), bleek het om een vignet te gaan om de Donau over te steken naar Roemenie, oef.

We reden gezwind over de 4-baans weg tot Boekarest en bereikten eens zonder moeilijkheden ons appartement Hemingway in het centrum. We besloten de stad in te lopen voor een klein bezoekje aan de voornaamste monumenten in de buurt. Wegens het zwoele, onweerachtige weer werd het een korte tocht langs het imposante Volkspaleis, de Cercul Militar, het Plein van de Revolutie met zijn partijgebouw van de Communistische Partij en het Koninklijk Paleis, dan verder langs het Ateneul Roman en het mooie Universiteitsplein. We liepen nog even de wandelstraten van de Lipiscaner-buurt in en eindigden onze tocht aan het Roemeens Nulpunt : vanaf hier worden alle afstanden tussen de Roemeense steden gemeten.

Volkspaleis

Onze nachtrust hadden we zeker verdiend vandaag.