Onze koffers gepakt en om 10 uur waren we op weg richting Budapest. Het zou een korte reis worden. We besloten een ommetje te maken naar de bisschoppelijke stad Esztergom, dicht bij de Slovaakse grens. Hier was duidelijk te zien dat zowel de Hongaarse staat als de Hongaarse katholieke kerk in diepe crisis vertoeven. Het domein rond de Basiliek was helemaal verkommerd. De kerk zelf was sober ingericht met een indrukwekkende koepel.
We zetten onze reis verder naar Budapest. Onze GPS deed het, zoals gewoonlijk, weer uitstekend : niet dus. Dat ding heb ik al honderden keren verwenst omdat hij het nooit doet wanneer het moet. Enfin, na een zoektocht van een klein uurtje vonden we ons Hotel Corvin Lux. Eerst moesten we nog twee agenten overtuigen de wielklem van onze auto te halen die we 5 minuutjes eerder verkeerd hadden geparkeerd. Ik weet nog altijd niet om welke reden we verkeerd geparkeerd zouden gestaan hebben.
Het hotel zelf is zeer luxueus en dichtbij de Metro gelegen. Dus vlug gegeten en richting metrostation Corvin. We stappen uit in het centrum van Budapest en trekken naar de Kabelbrug over de Donau. We wandelen over de brug naar Boeda en nemen er de kabelbaan naar het oude stadsgedeelte : De Burchtwijk. We bezoeken het Koninklijk Paleis, de Matthiaskerk en het vissersbastion. Vooral dit laatste is van een ongeziene schoonheid. We wachten boven op de heuvel tot de lichtjes van de stad aanfloepen. Om 21 uur is het zover : iedereen op de heuvel is overdonderd en de fototoestellen flitsen constant.
Vissersbastion
Na deze lichtvoorstelling nemen we de kabelbaan naar beneden en keren naar het hotel terug om van een verdiende nachtrust te genieten. Morgen staat de rest van Budapest op het programma. Tot dan !